V5 AK 1.4

Leefbaarheid??
1 / 26
suivant
Slide 1: Carte mentale
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Leefbaarheid??

Slide 1 - Carte mentale

Slide 2 - Vidéo

Leerdoel (1.4)
Je kunt stedelijk beleid gericht op wijken en buurten beschrijven en beoordelen

Programma: 
- laatste stukje theorie (Woonomgeving) met filmpje en vragen in lessonUp

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Sociale Cohesie 
Definitie: de bereidheid van burgers om een actieve rol te spelen in een buurt, elkaar te informeren en te helpen.

Slide 7 - Diapositive

Wat is het verband tussen sociale cohesie en leefbaarheid?

Slide 8 - Diapositive

'Vorig jaar zijn in de Vruchtenbuurt aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

De oma van Sjaak loopt liever niet door het tunneltje waar vaak jongeren hangen.
A
Dit gaat over subjectieve (on)veiligheid
B
Dit gaan over objectieve (on)onveiligheid
C
Dit gaan over gentrificatie
D
Dit gaat over segregatie

Slide 10 - Quiz

Kenmerken van 19e eeuwse arbeiderswijken zijn:
A
Slecht geïsoleerd, kleine kamers, wel centrale verwarming.
B
Kleine kamers, geen douches, aan de rand van de stad.
C
Kleine kamers, slecht geïsoleerd, tegen het centrum aan
D
Veel groen, grote woningen

Slide 11 - Quiz

Verbanden tussen Woningkenmerken/bewonerskenmerken bijv:
Oudere, goedkopere, slecht onderhouden huurwoningen (flatwijken, vooroorlogse wijken) -> Lage inkomens (niet-westerse migranten, alleenstaande ouders, ouderen)

Duurdere, goed onderhouden koopwoningen (jaren '30, vinex, monumentale stadswoningen -> hoger inkomen (gezinnen met kinderen en witte mensen)


Slide 12 - Diapositive

Van verpaupering naar...
Na de suburbanisatie van de jaren '60, was de stad in verval geraakt
De leefbaarheid in de stad moest verbeterd worden en er moesten nieuwe mensen aangetrokken worden -->
De stad moest aantrekkelijk worden. Dit werd eerst gedaan dmv stadsvernieuwing. Het volgende beleid was herstructurering. Tegenwoordig zien we gentrification

Slide 13 - Diapositive

Stadsvernieuwing; 

Slide 14 - Diapositive

Stadsvernieuwing
Stadsvernieuwing
De kwaliteit van de sociale huurwoningen wordt verbeterd. Dit gebeurd door:
Renovatie
Sanering
De bevolkingssamenstelling (wie er wonen) blijft hetzelfde (daarom ook vaak geen oplossing voor de andere problemen: segregatie en lage leefbaarheid

Slide 15 - Diapositive

Herstructurering

Slide 16 - Diapositive

Herstructurering
Vanaf de jaren 90 wordt er niet alleen stadsvernieuwing maar ook herstructurering toegepast. 



Vooral in 19 eeuwse arbeiderswijken, naoorlogse hoogbouwwijken en de voormalige industrie/haven tereinen

Slide 17 - Diapositive

Herstructurering betekent dat het gebied een nieuwe functie krijgt. Dit kan zijn: 
- van wijk met goedkope sociale huur naar wijk met duurdere (koop of private huur) woningen. 


- of van industrie/haven gebied naar woon/uitgaangsgebied 

Net als bij stadsvernieuwing kan dit via renovatie of sanering

Slide 18 - Diapositive

Wat is geen overeenkomst tussen stadsvernieuwing en herstructurering?
A
Kan dienen als oplossing voor verkrotting
B
er vindt renovatie plaats
C
er vindt sanering plaats
D
Er komen mensen met hogere inkomens wonen

Slide 19 - Quiz

In het kantorenpark tussen de Amsterdam Arena en het AMC worden kantoren omgebouwd tot appartementen.
Van welk proces is hier sprake?
A
Segregatie
B
Stadsvernieuwing
C
Herstructurering
D
Sanering

Slide 20 - Quiz

Transformatie
Ede - Enkaterrein

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Wat zijn de voordelen van gentrificatie? en voor wie zijn die?

Slide 23 - Question ouverte

Wie ervaren vooral de nadelen van gentrificatie?

Slide 24 - Question ouverte

In welke wijken zie je veel gentrificatie?
A
lage inkomenswijken rond het centrum
B
lage inkomenswijken in het centrum
C
rijke wijken rond het centrum
D
rijke buitenwijken

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive