3.1 mengsels dichtheid

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

vandaag: § 3.1

Nodig:

boek (dicht)

iPad

schrift + pen

lesdoelen:

Ik weet wat een zuivere stof is 

ik weet wat een mengsel is

ik weet hoe ik de dichtheid kan berekenen

Ik weet wanneer iets drijft, zinkt of zweeft

planning

• opstarten
• uitleg 
• zelf aan het werk
• afsluiting

(5 min)

(15 min)

(25 min)

(5 min)

Stofeigenschappen

3.1 zuivere stof en mengsel

Stofeigenschappen.

voorbeelden van stofeigenschappen zijn:

Geur, kleur, smaak, brandbaarheid, helder/troebel 

Hard/zacht, fase (20°C) Vast/vloeibaar/gas, smeltpunt, kookpunt en dichtheid

Stofeigenschappen zijn eigenschappen waaraan je een bepaalde stof kunt herkennen.

Stofeigenschappen

geen

stofeigenschappen

kleur

massa

brandbaarheid

geur

vorm

smaak

kookpunt

Zuivere stof en mengsel

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel 3.1

Zuivere stoffen kun je niet scheiden.

Ze bestaan uit één stof.

zout                  suiker                ijzer.               zuurstof         gedestilleerd                                                                                                         water 

3.1 zuivere stof en mengsel

Zuivere stof en mengsel 3.1

Mengsels bestaan uit verschillende stoffen door elkaar heen.

Kraanwater          glas                  pindakaas         cola                 lucht  

Dichtheid

Dichtheid

Dichtheid is een stofeigenschap. De dichtheid van een materiaal geeft aan hoe groot de massa van 1 cm³  van dat materiaal is. De eenheid van dichtheid is g/cm³

De dichtheid van zuiver water is makkelijk te onthouden: 1 g/cm³

De dichtheid van glas is bijvoorbeeld groter dan de dichtheid 

van plastic: dezelfde beker is zwaarder als je deze van glas 

maakt.

Dichtheid

Dichtheid met Verhoudingstabel

bereken de dichtheid

bereken de dichtheid

Dichtheid met Formule

Massa berekenen

Hiernaast zie je een blokje goud.

Berekenen  de massa van dit blokje.

Massa met Formule

Enkele stofeigenschappen zijn:

1. geur, vorm, massa
2. kleur, geur, smaak
3. toestand, geur,gewicht
4. vorm, kleur, geur

Zweven - zinken -drijven

Zweven - zinken -drijven

Zweven - zinken -drijven

Hoe lager de dichtheid, hoe makkelijker iets dus blijft "drijven". 

Links een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Aan de slag

maak de opdrachten van 3.1

Klaar? nakijken!

lesdoelen

Ik weet wat een zuivere stof is

ik weet wat een mengsel is

ik weet hoe ik de dichtheid kan berekenen

Ik weet wanneer iets drijft, zinkt of zweeft

in het kort: 

Dat was het
voor vandaag!