Havo 2 Kapitel 5,6: Trappen van vergelijking

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

doel: Je kent de trappen van vergelijking en kunt ze gebruiken

Hoe maak je de vergrotende trap? Door achter het woord.......te plakken

Hoe maak je de overtreffende trap? Door achter het woord.......te plakken

Opdracht:

Lees in jouw tekstboek blz. 122 Gramm. A door. 

Maak daarna opdracht 5,6,7

Extra oefeningen

Maak de invulzinnen van de volgende slides.

Du bist __________

1. klein
2. kleiner
3. kleinst

Du bist__________als deine Schwester

1. großer
2. größer
3. großen

Der Junge da ist __________

1. am hübschiensten
2. am hübschesten
3. am hübschten

Deine Mutter ist__________

1. alt
2. am ältesten
3. älter

stark--> stärker -->________

1. am stärkstenn
2. am stärksten
3. am stärkesten

gut--> ________ -->am besten

1. guter
2. bester
3. besser

_________--> lieber -->am liebsten

1. gut
2. gern
3. lieb

Er ist genau so groß __________du

1. als
2. wie

Er ist größer __________du

1. als
2. wie

Herhaling.

Kijk het filmpje van de volgende slide.

Was hast du heute gelernt?