a3e 31-1-25


Aujourd'hui on va...
Regarder la vidéo de Cyprien
Pratiquer avec des mots en contexte
Choisir le temps correct
Se familiariser avec les verbes réfléchis

Est-ce que j'ai ...
Mon ordinateur?
Mon livre A?
Un cahier?
Un stylo?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


Aujourd'hui on va...
Regarder la vidéo de Cyprien
Pratiquer avec des mots en contexte
Choisir le temps correct
Se familiariser avec les verbes réfléchis

Est-ce que j'ai ...
Mon ordinateur?
Mon livre A?
Un cahier?
Un stylo?

Slide 1 - Diapositive

Vidéo de Cyprien
Bekijk de video en schrijf kernwoorden op die je herkent.
Schrijf daarna in 3 zinnen op waar de video over gaat.
We gaan maar één keer kijken.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

prendre, comprendre of apprendre?
-
1. Tous les matins, je ………………………… le bus pour aller au travail, mais mon mari ………………………… la voiture et mes enfants ………………………… le train.

Slide 4 - Diapositive

prendre, comprendre of apprendre
-
2. À l’école, les enfants ………………………… beaucoup de choses : les mathématiques, la géographie, l’allemand, etc.
(passé composé)

Slide 5 - Diapositive

prendre, comprendre of apprendre?
-
3. Madame le professeur ! Je ne ………………………… pas bien cet exercice. Vous pouvez m’expliquer ?

Slide 6 - Diapositive

Voir: présent, passé composé of futur?

2. Je/j’ ………………. ce film. J’étais bouleversé.

Slide 7 - Diapositive

Voir: présent, passé composé of futur?
-
3. Tu ……………… mieux maintenant, avec tes nouvelles lunettes ?

Slide 8 - Diapositive

Voir: présent, passé composé of futur?
-
4. Nous ………………….. si nous pourrons aller à la fête demain.

Slide 9 - Diapositive

Jullie kunnen aan de slag met
- De handout (vervoegingen nakijken met de tabel of het boek)
- Exercices 8A-E
- Wie wil er uitleg over wederkerende werkwoorden, zoals s'inscrire?

Slide 10 - Diapositive

Wederkerende Werkwoorden
3 Dingen om op te letten:
Je me suis cassé le bras.
Wederkerig vnw      hulpww être        Niet wederkerend in NL

Slide 11 - Diapositive

Wederkerig voornaamwoord.
Welke gebruik je, en waar staat die in de zin?
Je me lave
Ik was me
Tu te laves
Jij wast je
On se lave
Men wast zich
Nous nous lavons
Wij wassen ons
Vous vous lavez
Jullie wassen je
Ils se lavent
Zij wassen zich
Je ne me lave pas
Ik was me niet
Je me suis lavé
Ik heb me gewassen

Slide 12 - Diapositive

Hulpwerkwoord être
Je me suis inscrit  - Ik heb me ingeschreven
Elle s'est inscrite - Ze heeft zich ingeschreven
Ils se sont inscrits - Ze hebben zich ingeschreven
Elles se sont inscrites - Ze hebben zich ingeschreven
Wederkerende werkwoorden worden in de passé composé altijd met être vervoegd. Er kan dus ook e, s, of es achter het voltooid deelwoord komen.

Slide 13 - Diapositive

Alleen wederkerend in het Frans
se lever - opstaan
se coucher - gaan slapen
se promener - wandelen
s'endormir - in slaap vallen
se réveiller - wakker worden
se casser le bras, la jambe, etc. - een arm of een been breken
Frans heeft iets meer wederkerende werkwoorden dan Nederlands.
Ze staan in de woordenlijst altijd met se of s' erbij.

Slide 14 - Diapositive