Klas 2T - H5 - Les i grammar - Linking words

Linking words (voegwoorden)
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Linking words (voegwoorden)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Voegwoorden
Ik hou van pizza en ik hou van friet.

Hij gaat naar school maar hij heeft geen zin.

Ze heeft pijn omdat ze van haar fiets is gevallen.


Slide 3 - Diapositive

Vertel in je eigen woorden wat "linking words" zijn

Slide 4 - Carte mentale

Linking words
zijn woorden die twee zinnen of zinsdelen met elkaar verbinden

example
I am going home. I am going to eat pizza.
I am going home and I am going to eat pizza.

Slide 5 - Diapositive

Verschillende soorten
toevoeging: and, also, too

tegenstelling: but, however, although

oorzaak/gevolg: because, since, so

voorbeelden geven: such as, for example

Slide 6 - Diapositive

Hoe voeg je deze 2 zinnen samen?
I work as a nurse.
I like working at the hospital.
A
I work as a nurse however I like working at the hospital.
B
I work as a nurse because I like working at the hospital.
C
I work as a nurse but I like working at the hospital.

Slide 7 - Quiz

Hoe voeg je deze 2 zinnen samen?
I had to go to school.
I overslept.
A
I had to go to school because I overslept
B
I had to go to school if I overslept
C
I had to go to school also I overslept
D
I had to go to school but I overslept

Slide 8 - Quiz

Maak nu les i , de oefeningen gaan over dit nieuwe grammar onderdeel 'Linking words'. 

Succes!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive