Linking words

4B
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4B

Slide 1 - Diapositive

Today:
Maken exercise 3 & 4
Uitleg linking words
Maken exercise 5
Huiswerk exercise 7 & 8 

Slide 2 - Diapositive

Aan het eind van de les:
Weten we:
- Wat linking words zijn en wat ze doen.
- Welk linking word in de zin moet.

Slide 3 - Diapositive

Linking words

Slide 4 - Diapositive

Linking words

Linking words helpen je om een tekst/zin te begrijpen
Linking words helpen je om goede Engelse zinnen te schrijven
Linking words zijn dus belangrijk!!

We gaan de betekenis leren & het gebruik oefenen

Slide 5 - Diapositive

Voegwoorden
Ik hou van pizza en ik hou van friet.

Hij gaat naar school maar hij heeft geen zin.

Ze heeft pijn omdat ze van haar fiets is gevallen.


Slide 6 - Diapositive

Linking words
zijn woorden die twee zinnen of zinsdelen met elkaar verbinden

example
I am going home. I am going to eat pizza.
I am going home and I am going to eat pizza.

Slide 7 - Diapositive

Verschillende soorten
toevoeging: and, also, too

tegenstelling: but, however, although

oorzaak/gevolg: because, since, so

voorbeelden geven: such as, for example

Slide 8 - Diapositive

tegenstelling
  • Als je deze woorden gebruikt is wat in de ene zin staat het tegenovergestelde van wat in de andere zin staat

Slide 9 - Diapositive

tegenstelling
  • zin 1 - ik heb niet geleerd
  • zin 2 - ik heb een hoog cijfer


zin 2 is een tegenstelling van zin 1

Ik heb niet geleerd toch heb ik een hoog cijfer

Slide 10 - Diapositive

tegenstelling
  • Deze woorden staan ook vaak aan het begin

ondanks dat ik niet geleerd heb, heb ik een hoog cijfer

hoewel ik niet geleerd heb, heb ik een hoog cijfer

Slide 11 - Diapositive

because
omdat
so
dus
therefore
daarom
although
hoewel
but
maar

Slide 12 - Diapositive

despite (of)
ondanks
however
toch
instead
in plaats daarvan
on the contrary
in tegendeel
or
of

Slide 13 - Diapositive

Oefen op de volgende sites

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

Is het leerdoel behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage