H2 Licht - deel 2 - 2022 - 2 havo


§2.3 Lichtbundels
Lesplanning:
  1. Uitleg lichtbundels op een
    holle en bolle spiegel
  2. Opgaven §2.3 maken
  3. Uitleg kleuren licht
  4. Maken opgaven §2.4
  5. Afsluiting: waarom is de lucht
    blauw?
Volgende week formatieve toets §2.1 t/m 2.3
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon


§2.3 Lichtbundels
Lesplanning:
  1. Uitleg lichtbundels op een
    holle en bolle spiegel
  2. Opgaven §2.3 maken
  3. Uitleg kleuren licht
  4. Maken opgaven §2.4
  5. Afsluiting: waarom is de lucht
    blauw?
Volgende week formatieve toets §2.1 t/m 2.3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Lesdoel
Aan het einde van deze paragraaf 
kan je m.b.v. de spiegelwet
tekenen hoe een evenwijdige
lichtbundel veranderd in een
convergente of divergente
lichtbundel.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


§2.3 Lichtbundels
Aan het einde van deze paragraaf 
kan je m.b.v. de spiegelwet
tekenen hoe een evenwijdige
lichtbundel veranderd in een
convergente of divergente
lichtbundel.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichtbundels

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 21

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichtbundels

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichtbundels

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bolle spiegel
divergerende werking
divergerende werking

Slide 9 - Diapositive

Gezichtsveld tekenen
Holle spiegel
convergerende werking
timer
3:00
convergerende werking

Slide 10 - Diapositive

Gezichtsveld tekenen
Opgave 31

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maken en nakijken
§2.3 opgave 31 en 33
timer
15:00
Weektaak
Maken en nakijken:
  •  §2.3 maken en nakijken 31, 33 en 34
  • §2.4 maken en nakijken 40, 42, 46 en 47

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.4 Kleuren maken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een regenboog?
A
Water haalt geel uit het zonlicht.
B
Het zonlicht verwarmt de regendruppels die dan gaan stralen.
C
De waterdruppels halen het zonlicht uit elkaar.
D
Water versterkt de kleur van het zonlicht

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een regenboog?
A.  

B.    

C.   
Hoe ontstaat een regenboog?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een regenboog?
A.  

B.    

C.   
Kleurenspectrum

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een regenboog?
A.  

B.    

C.   
Kleuren mengen
Rood, groen en blauw zijn de primaire kleuren.

Slide 18 - Diapositive

DEMO
Waarom krijg je bij verf en licht mengen niet dezelfde kleuren?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een regenboog?
A.  

B.    

C.   
Kleuren mengen
Licht
Verf

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maken en nakijken
§2.4 opgave 40, 42, 46 en 47

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 42 & 46

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie je het beeld op zijn kop?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.5 Kleuren zien
Lesplanning:
  1. Uitleg kleuren zien
  2. Formatieve toets §2.1 t/m 2.3
  3. Formatieve toets bespreken
  4. Opgaven §2.5 maken
  5. Afsluiting

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze paragraaf kan je...
  • vertellen hoe onze ogen gekleurde voorwerpen kunnen zien.
  • uitleggen welke kleur een voorwerp heeft wanneer je deze bekijkt in rood/groen/blauw licht.
  • weet je met welke onderdelen van §2.1 t/m §2.3 je nog moeite hebt.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Demo 
voorwerpen in gekleurd licht

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleuren zien

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleuren zien

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur heeft de rode auto als je er met groen licht op schijnt?

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De banaan weerkaatst een mengsel dat er geel uitziet. Dit kan geel licht zijn maar ook een mengsel van rood en groen licht. 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zonlicht is?
A
Rood licht
B
Geel licht
C
Blauw licht
D
Wit licht

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een regenboog bevat alle kleuren. Hoe noem je deze reeks kleuren?
A
spectrum
B
kleurenboog
C
plectrum
D
lichtreeks

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleuren worden teruggekaatst vanaf een zwarte trui?

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur lijkt een voorwerp te hebben als er geen licht op schijnt?
A
wit
B
zwart
C
de kleur van het voorwerp

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een regenboog?
A.  

B.    

C.   
Kleuren mengen
Licht
Verf

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formatieve toets §2.1 t/m 2.3
Als je klaar bent ga je verder met de weektaak:
- §2.5 opgave 49, 50, 51, 52, 56, 57 en 58
timer
15:00

Slide 46 - Diapositive

Lesidee: leerlingen mogen rondlopen en elkaar helpen. Maar je mag maar één opgave per persoon met elkaar bespreken.
verbeteren formatieve toets
  • In drie- of viertallen
  • Vergelijk jullie antwoorden met elkaar en verbeter je toets.
  • Je mag je boek gebruiken.
Als je klaar bent ga je verder met de weektaak:
§2.5 opgave
49, 50, 51, 52, 56, 57 en 58
timer
10:00

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Bespreken formatieve toets


  • Verbeter de opgave.
  • Noteer de score per opgave.

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 1 t/m 4

Maximaal 2 punten 
-1pt per fout


  1. niet waar
  2. waar
  3. waar
  4. waar

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5
maximaal 3 punten

1pt schaduw linker lamp correct
       getekend.
1pt schaduw rechter lamp correct
       getekend.
1pt kernschaduw goed aangegeven.

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 6 en 7

Maximaal punten 3 punten

1pt  spiegelbeeld oog correct
1pt  lichtstralen correct getekend
1pt  completeren

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 8

Maximaal punten 3 punten

1pt  normaal goed getekend. 
1pt  hoek van inval goed opgemeten.
1pt  hoek van inval is de hoek van
        terugkaatsing.

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maken en nakijken
§2.5 opgave 49, 50, 51, 52 en 57 
Klaar
Start met de oefentoets in je digitale boek.

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Toets NaSk
voorbereiden

  • Oefenen, oefenen, oefenen.
  • Nakijken.
  • Vragen stellen.
  • Oefentoets in je boek.
  • Lastige opgaven opnieuw maken. 

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions