2havo 27 maart 2019

27 maart - Grammatica 3.4
Lesdoelen:
1. zinnen kunnen ontleden, inclusief naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde
2. kennen en kunnen benoemen: zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord, hulpwerkwoord
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

27 maart - Grammatica 3.4
Lesdoelen:
1. zinnen kunnen ontleden, inclusief naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde
2. kennen en kunnen benoemen: zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord, hulpwerkwoord

Slide 1 - Diapositive

Bespreken huiswerk
Nodig:
- Talent, p.117
- je schrift
- overzicht zinsontleding

Slide 2 - Diapositive

Werkwoorden
Betekenis: wat iets/iemand is of doet

Vorm:
   - je kan het vervoegen (afhankelijk van persoon en tijd)
   - infinitief, persoonsvormen en voltooid deelwoord

3 soorten:
   - zelfstandig werkwoord
   - koppelwerkwoord
   - hulpwerkwoord

Slide 3 - Diapositive

Soorten werkwoorden
Zelfstandig werkwoord (zww)
- ‘doen’-werkwoord: heeft duidelijke betekenis
- kan in zijn eentje het wwg vormen
- kan er maar eentje van in een zin voorkomen

Koppelwerkwoord (kww)
- ‘zijn’-werkwoord: heeft geen duidelijke betekenis
- kan niet in zijn eentje het nwg vormen: heeft een aanvulling nodig die is iets zegt over het onderwerp
- kan er maar eentje van in een zin voorkomen

 Hulpwerkwoord (hww) 
- heeft geen duidelijke betekenis
- kan niet in zijn eentje het gezegde vormen
- er kunnen er meerdere van in een zin voorkomen

Slide 4 - Diapositive

Handig schemaatje...
Neem de aantekening van het bord over in je schrift.

Slide 5 - Diapositive

Extra opdracht
1. Benoem de werkwoorden op het blad met extra oefenmateriaal.

2. Bespreek met je buurman/-vrouw de antwoorden.

3. Klaar? Ontleed zin 1 t/m 3

Slide 6 - Diapositive

Antwoorden extra opdracht
1. zijn = hww, gebleven = kww
2. heb = hww, gegeven = zww
3. is = kww
4. word = kww
5. hebben = hww, opgelost = zww
6. wordt = hww, gepest = zww
7. stond = hww, roken = zww
8. is = hww, geweest = kww
9. lezen = zww .                                                           10. gaf = zww

Slide 7 - Diapositive

De zinnen ontleed
1. We | zijn | altijd | zijn grootste fan | gebleven.
     O     pv        bwb           nwg                         nwg
            nwg
2. De zwerver op het station | heb | ik | van mijn zakgeld | een ijsje | gegeven.
                       mv                                    pv     O               bwb                        lv                  wwg
                                                               wwg
3. Deze minister | is | redelijk tevreden  met zijn inkomen.
           O                   pv/nwg                     nwg                       

Slide 8 - Diapositive

Huiswerk donderdag 28 maart
In je schrift: 
ontleed en benoem de werkwoorden van zin a + b + e + f + g 
van opdracht  15, p.118


Slide 9 - Diapositive

Morgenavond: TedX op HNL!
https://www.youtube.com/watch?v=N-l1xtCMnpw

Er zijn nog kaarten!

Slide 10 - Diapositive