4DCQ Period 3 Adverbs & wordorder

Engels
Welcome 3DCQ
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Engels
Welcome 3DCQ

Slide 1 - Diapositive

Grammar Period 3
wordorder & Adverbs
(woordvolgorde & bijwoorden)

  • Je weet hoe woordvolgorde in een Engelse zin werkt
  • Je weet wat adverbs zijn en kunt deze op de juiste plek in een Engelse zin zetten.
  • Je weet wat hulpwerkwoorden zijn (modals)
  • Je kunt instructies lezen en begrijpen.





Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

adverbs
We are usually on time for class.
A
correct
B
incorrect

Slide 5 - Quiz

Op welke plek hoort de adverb?
We ... (1) are ... (2) on time for appointments. (usually)
A
1
B
2

Slide 6 - Quiz

Place the adverb.

(A) I (b) am (C) on time.
A
always
B
always
C
always

Slide 7 - Quiz

Place the adverb.

Sue (a) wears (b) jeans.
A
rarely
B
rarely

Slide 8 - Quiz

Place the adverb.

(a) It (b) is (c) cold in winter.
A
often
B
often
C
often

Slide 9 - Quiz

Place the adverb.

(a) He (b) has (c) good ideas.
A
usually
B
usually
C
usually

Slide 10 - Quiz

Place the adverb.

(a) She (b) has (c) flown in a hot air balloon.
A
never
B
never
C
never

Slide 11 - Quiz

Wordorder place and time
walk
My mum and dad
in the afternoon
in the park
always

Slide 12 - Question de remorquage

Wordorder place and time
never
The dog
sleeps
in the evening
on his bed

Slide 13 - Question de remorquage

Wordorder place and time
about my friend
am
sometimes
worried
I

Slide 14 - Question de remorquage

WORDORDER

De standaard volgorde is:

Wie - doet - wat - waar - wanneer
ptt= place then time

Maar... er zijn altijd bijzonderheden...

Slide 15 - Diapositive

De plaats van een bijwoord in de zin
(bijwoord van frequentie-> hoe vaak gebeurt iets?

 Deze bijwoorden van frequentie zijn voor ons wat moeilijker.
always, often, never, sometimes, usually


Nog wat testvraagjes...

Slide 16 - Diapositive

drinks-she-water-always
Zet in de juiste volgorde!
A
she drinks always water
B
always drinks she water
C
water drinks she always
D
she always drinks water

Slide 17 - Quiz

are-at home-never-they
A
they never at home are
B
they never are at home
C
at home they never are
D
they are never at home

Slide 18 - Quiz

Zet OFTEN op de goede plek!
We eat chips.
(denk aan hoofdletter en punt)

Slide 19 - Question ouverte

Wordorder
Met een bijwoord van frequentie (adverb of frequency) kun je bijvoorbeeld aangeven hoe vaak je iets doet of gebruikt.

Een adverb of frequency is bijvoorbeeld:
always, sometimes, often, rarely, never, usually
De plaats van dit woord in de zin is anders dan in het Nederlands.

Slide 20 - Diapositive

Wordorder
De positie van een bijwoord van frequentie in een zin
Het bijwoord staat voor het hoofdwerkwoord in de zin (behalve bij 'to be'): dan komt hij erachter


- I never liked that boy.
- My friends usually arrive on time.
- Bart sometimes forgets to clean his room.

Slide 21 - Diapositive

Wordorder
Het bijwoord zet je achter het werkwoord to be:

- She is always happy to see her dog again.
- My sisters are often off to the beach together.
- He isn't frequently at the gym.

Slide 22 - Diapositive

Wordorder
Als er ook een hulpwerkwoord in de zin staat (could, would, should, can, must, may, might, will, shall, have, dan staat het bijwoord achter het eerste hulpwerkwoord:
 

- They would hardly ever be that rude to him.
- Philip has occasionally beaten me at the tenniscourt.
- Marie could never have organised that holiday without me.

Slide 23 - Diapositive

Zet in de juiste volgorde!
eat-we -goldfish-never

Slide 24 - Question ouverte

a letter-never-she-writes

Slide 25 - Question ouverte

are-we-at school-usually

Slide 26 - Question ouverte

on holiday-will-always-we-go

Slide 27 - Question ouverte

Aantekeningen: Wordorder
Dus:    het bijwoord staat...
  • VOOR 1 werkwoord
  • TUSSEN twee werkwoorden
  • ACHTER  een vorm van to be(am-are-is-was -were)


Slide 28 - Diapositive

Questions?
timer
8:00

Slide 29 - Diapositive