Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Massa en volume
Slide 1 - Diapositive
Massa en volume
Leerdoel 3 (Stoffen)
Ik kan de massa en volume bepalen en berekenen van een hoeveelheid stof (vast en vloeibaar) met een regelmatige (rechthoekige) of een onregelmatige vorm.
Slide 2 - Diapositive
Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
Slide 3 - Diapositive
Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.
Slide 4 - Diapositive
Massa en volume
Een hoeveelheid stof afmeten
Er zijn verschillende manieren om stoffen af te meten.
Voor vaste stoffen is een weegschaal handig.
Voor vloeistoffen kun je beter een maatbeker of maatcilinder gebruiken.
Slide 5 - Diapositive
Massa en volume
Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.
Slide 6 - Diapositive
Massa en volume
Massa
Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp of een hoeveelheid stof bepalen.
Je meet de massa (m) in gram (g) of kilogram (kg).
1 kg = 1000 g
Slide 7 - Diapositive
Massa en volume
Volume
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
Slide 8 - Diapositive
Massa en volume
Volume
Met een maatcilinder kun je het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
Je meet het volume (V) in liter (L) of milliliter (mL).
1 L = 1000 mL
1 L = 1 dm3
1 mL = 1 cm3
Slide 9 - Diapositive
Massa en volume
Volume
Maatcilinders komen in verschillende maten voor.
Slide 10 - Diapositive
Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen
Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
Volume = lengte x breedte x hoogte
Of: V = l x b x h
Slide 11 - Diapositive
Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen
Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
Volume = lengte x breedte x hoogte
Of: V = l x b x h
Slide 12 - Diapositive
Massa en volume
Het volume van regelmatige voorwerpen
Voorwerpen nemen ruimte in: ze hebben volume.
Het volume van een regelmatig voorwerp kun je berekenen met de formule:
Volume = lengte x breedte x hoogte
Of: V = l x b x h
V = l x b x h = 10 x 2 x 2 = 40 cm3
Slide 13 - Diapositive
Massa en volume
Het volume van onregelmatige voorwerpen
Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode:
V = eindstand - beginstand
Slide 14 - Diapositive
Massa en volume
Het volume van onregelmatige voorwerpen
Het volume van een onregelmatig voorwerp kun je berekenen met de onderdompelmethode: