hoofdstuk 4 Getallen

hoofdstuk 4 Getallen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

hoofdstuk 4 Getallen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de waarde van het cijfer

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De waarde van de cijfers nog eens:

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de waarde van het cijfer 9?
908,14

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de waarde van het cijfer 1?
2435,21

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de waarde van het cijfer 4?
4908,15

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geheel getal
  • Zonder komma erin

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Decimale getallen
Wat zijn decimale getallen?

Slide 8 - Diapositive

Getallen met een iets na de komma.
Veelvouden, Delers, even en oneven

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Delers, veelvouden, even en oneven
a) Schrijf alle delers van 28 op.

b) Schrijf alle oneven getallen tussen 29 en 43 op

c) Is de 34 een veelvoud van 3?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veelvouden, Delers, even en oneven

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veelvouden, Delers, even en oneven

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veelvouden, Delers, even en oneven

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.2Grote getallen
Rekenen met grote getallen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote getallen
Het uitspreken van grote getallen





Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote getallen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.3 Werkschema afronden decimale getallen.
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
  • Is die decimaal een 5 of hoger? Dan wordt het cijfer ervoor 1 hoger. 
    Dat noemen we afronden naar boven.
  • Is die decimaal kleiner dan een 5? Dan verandert het cijfer ervoor niet. Dat noemen we afronden naar beneden.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden
€ 4,53529 wordt
A
€ 4,50
B
€ 4,54
C
€ 4,53
D
€ 4,55

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
A
de tweede decimaal
B
de derde decimaal
C
de tweede en derde decimaal
D
de derde en vierde decimaal

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden
€ 79,998 wordt
A
€ 79,99
B
€ 80,00
C
€ 81,-
D
€ 79,-

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden op ronde getallen
Soms is afronden op ronde getallen makkelijker

  • Rond 567 af op honderdtallen
  • afgerond 600
  • Rond 45497 af op duizendtallen
  • afgerond 46000

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden op ronde getallen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden naar hele getallen
1,27
rond je af naar..
A
3
B
1
C
2
D
1,3

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden op hele getallen
37,56 rond je af naar
A
37
B
34,5
C
35,6
D
38

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden op ronde getallen
Rond 3456 af op honderdtallen
A
3400
B
3500

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions