3.4B/K Een veilige stroomkring deel1

Elektriciteit in huis
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Elektriciteit in huis

Slide 1 - Diapositive

Capaciteit berekenen
Het symbool voor capaciteit is C. 

Capaciteit berekenen: C= I x t

In woorden: 

Capaciteit = Stroomsterkte (in Ampere) x tijd (in uur)

Slide 2 - Diapositive

Een accu kan 10 ampère voor 5 uur leveren. Bereken de capaciteit van de accu.
A
Capaciteit = 10 / 5 = 2 Ah
B
Capaciteit = 10 x 5 = 50 Ah
C
Capaciteit = 10 - 5 = 5 Ah
D
Capaciteit = 10 + 5 = 15 Ah

Slide 3 - Quiz

Elektriciteit in huis
3.1 Stroom en schakelen
3.2 Weerstand
3.3 Elektriciteit gebruiken
3.4 Een veilige stroomkring

Slide 4 - Diapositive

Vandaag leer je:

  1. Wat er in de meterkast zit;
  2. Waar een zekering voor dient; 
  3. Hoe je een overbelasting berekent;
  4. Hoe je beschermt wordt tegen stroom.

Slide 5 - Diapositive

Maak een foto van de jullie meterkast?

Slide 6 - Question ouverte

Meterkast
2. De groepenkast verdeelt de stroom in je huis
3. De zekeringen beveiligen je huis.
3. De aardlekschakelaar controleert of er evenveel stroom het huis ingaat als eruit.

Slide 7 - Diapositive

Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar zorgt ervoor dat de installaties en apparaten uit kunt zetten. worden.

  • Controleert hoeveelheid stroom in = hoeveelheid stroom uit.
  • Verandering van hoeveelheid zorgt ervoor dat hij direct de stroomkring doorbreekt.

Slide 8 - Diapositive

Groepen
  • Verdeling van stroom altijd over verschillende groepen in huis. Hoe groter het huis, hoe meer groepen.
  • Groepen zorgen ervoor dat wasmachine, magnetron, computer en aquarium tegelijk aan kunnen staan.
  • Als de stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.

Slide 9 - Diapositive

Waarvoor dient een zekering in de meterkast?

Slide 10 - Question ouverte

Zekering
  • Een zekering is een beveiliging die in elke groep zit.
  • Zodra er teveel stroom door een groep heengaat, zorgt dit onderdeel voor een onderbreking van de stroom. Dit is vaak op 16A.
  • De zekering zorgt er dus voor dat de groep uitgeschakeld wordt als er OVERBELASTING ontstaat.



Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Hoe bereken je overbelasting?
  1. Je berekent de stroomsterkte van het apparaat/lampje
  2. Je vergelijkt de hoeveelheid ampère  van het apparaat en de zekering met elkaar.
  3. hoeveelheid ampère zekering > dan h.h ampère apparaat                 -> GEEN overbelasting.
  4. hoeveelheid ampère zekering < dan h.h. ampère apparaat     -> WEL overbelasting.

Slide 13 - Diapositive

Sleep de letters op de juiste plek in de formuledriehoek
X
P
U
I

Slide 14 - Question de remorquage

Overbelasting?

Een föhn heeft een vermogen van 3400 W. De netspanning is 230 V. De zekering is 16 A. Wat is de stroomsterkte van de föhn?
Is er sprake van overbelasting?
  1. Stroomsterkte föhn: I = P/u  --> I= 3400/230= 14,8 A
  2. De zekering is 16 A
  3.  stroomsterkte zekering 16 A > stroomsterkte Föhn 14,8
  4. Geen overbelasting

Slide 15 - Diapositive

Heb je het begrepen?
We gaan nu samen kijken of we een sauna in het huis kunnen plaatsen zonder dat er overbelasting optreedt.

Slide 16 - Diapositive

De sauna heeft een vermogen 20.000W. De netspanning is 200V. Wat is de stroomsterkte?

Slide 17 - Question ouverte

Je hebt een zekering van 20W. Is er sprake van overbelasting als je de sauna gaat gebruiken?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Wat ga je doen ? 
  1. Je maakt opdracht 1 t/m 15.
  2. Werk netjes en zorgvuldig.
  3. Als je klaar bent laat je het controleren
  4. Als het goed is kun je wat voor jezelf gaan doen. 

Slide 19 - Diapositive

Werk

Slide 20 - Diapositive