90 graden --> Goed voor de wasmachine. Laat geurtjes, schimmels en bacteriën verdwijnen uit de machine.
Slide 8 - Diapositive
ETIKETTEN
van welke stof is het gemaakt
hoe moet je de kleding wassen (onderhouden)
of beide op 1 etiket
Slide 9 - Diapositive
Samenstellingsetiket
Slide 10 - Diapositive
Behandelingsetiket
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Wassymbolen
Slide 13 - Diapositive
Wat betekenen de wassymbolen?
Bleken
Chemisch reinigen
Strijken
Droger
Wassen
Slide 14 - Question de remorquage
bh's en panty's
sterk vervuild beddengoed
Licht vervuilde overhemden van katoen
Licht vervuilde handdoeken en ondergoed
Jurk van synthetische vezels
Gordijnen van tere weefsels
wollen trui
zwemkleding
Slide 15 - Question de remorquage
Witte was
Bonte was licht
Fijne was
Bonte was donker
Slide 16 - Question de remorquage
rode was
blauwe was
zwarte was
witte was
Slide 17 - Question de remorquage
Was is GEEN kunstmatig materiaal
A
Viscose
B
Acryl
C
Wol
D
Polyester
Slide 18 - Quiz
Zijde komt van een?
A
rups
B
plant
C
boom
D
schaap
Slide 19 - Quiz
Wol komt van een?
A
plant
B
boom
C
rups
D
schaap
Slide 20 - Quiz
Van welk konijnsoort word er kleding gemaakt?
Slide 21 - Question ouverte
zijde
wol
katoen
vlasplant
Slide 22 - Question de remorquage
Zoek een wasmiddel op internet of jouw omgeving.
timer
1:00
Slide 23 - Question ouverte
Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
Was sorteren
Was drogen
Wassen
Was voorbereiden
Was strijken
Was opvouwen
Slide 24 - Question de remorquage
Wat betekenen deze was-symbolen?
A
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = heet strijken 3 = niet bleken
4 = stomen mag 5 = mag in de droger
B
1 = in de wasmachine wassen op antikreuk-programma 2 = warm strijken
3 = bleken mag 4 = niet stomen
5 = mag in de droger
C
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = lauw strijken
3 = bleken mag 4 = niet stomen
5 = mag niet in de droger
D
1 = in de wasmachine wassen op gewoon programma 2 = warm strijken
3 = niet bleken 4 = stomen mag
5 = mag niet in de droger
Slide 25 - Quiz
Bij elk stuk textiel vind je een . Op dit etiket staat met 5 symbolen aangegeven hoe je het artikel het beste kunt wassen, , strijken,
reinigen en drogen.
Daarnaast kun je in textiel ook een tegenkomen. Dit etiket geeft je informatie over de waaruit het textiel is samengesteld. Bij het bewaren van de vuile was is het belangrijk dat het wasgoed is. Bewaar vuile was niet te lang, want dan krijg je vaak niet meer weg.
Bij het sorteren van de was kijk je als eerste naar de .De wasgroep vanaf 60 graden Celsius sorteer je dan op . Bij wasgoed lager dan 60 graden kijk je naar het etiket om te bepalen of er een speciaal nodig is.