Poëzie - herhaling stijlfiguren

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
Boek 2?

Bloemlezing vrijdag inleveren (link gaat vandaag open)

Debatten na de toetsenweek

Slide 2 - Diapositive

poëzie - Literaire termen
* Rijm (halfrijm; alliteratie, assonantie/volrijm; binnenrijm, eindrijm, schema)
* Strofen
* Enjambement
* Traditioneel of modern?
* Beeldspraak (vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia)  

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Theorie: Rijmschema

Slide 5 - Diapositive

Poëzie - theorie
* Stijlfiguren zoeken





Slide 6 - Diapositive

Stijlfiguur
Een stijlfiguur is een middel om dat wat je wilt zeggen 
treffender, krachtiger, zachter of sterker uit te drukken. 

De stijlfiguren die je moet herkennen in een gedicht staan in je reader (en zie ook het filmpje)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Stijlfiguren 
1. Tegenstelling (koud - warm; dood - leven; dorp - stad; nat - droog )
2. Herhaling (het steeds herhalen van woorden, woordgroepen en/of zinnen)
3. Paradox (schijnbare tegenstelling)
4. Opsomming (opsommen van dingen, zaken)
5. Pleonasme (oude bejaarde, groen gras, dood lijk)
6. Tautologie (synoniemen; soms valt er af en toe een bui)
7. Hyperbool (een sterke overdrijving)
8. Retorische vraag (een vraag waar je het antwoord eigenlijk al op weet)
9. Eufemisme (iets wordt mooier, zachter of aangenamer voorgesteld dan het in werkelijkheid is)
10. Understatement (iets wordt op een verzachtende toon gezegd, vaak met een spottend effect)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Parafraseren van de inhoud van je gedicht
Parafraseren is in je eigen woorden weergeven wat iemand anders gezegd of geschreven heeft. 

De parafrase moet altijd in de geest van de
oorspronkelijke tekst zijn geformuleerd.

Slide 16 - Diapositive

Parafrase van dit gedicht ?
Stijlfiguren - tegenstelling, paradox, opsomming, herhaling?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Expressionisme

Slide 19 - Diapositive

Dada
Expressionisme

Slide 20 - Diapositive

Expressionisme
  • Expressie = uitdrukken (van gevoelens)
  • Expressionisme= het weergeven van de eigen ervaringen. 
  • Vervorming van realiteit.
  • vs. impressionisme (weergeven zintuiglijke waarneming)

Slide 21 - Diapositive

Bekende dichters 1900-1940
J. Marsman (expressionisme)
P. van Ostaijen (expressionisme)
Martinus Nijhoff (modernisme, sonnet)

Slide 22 - Diapositive