Fase 2, periode 2, les 6- verkleinwoorden en bezit-s STARTER EN GEVORDERD

Fase 2 
verkleinwoorden
bezit-s
starter en gevorderd
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Fase 2 
verkleinwoorden
bezit-s
starter en gevorderd

Slide 1 - Diapositive

In deze les
  • Uitleg en oefeningen verkleinwoorden
  • Uitleg en oefeningen bezit-s
  • Actieve werkvorm bezit-s

Slide 2 - Diapositive

bezits-s 
  • 's na een a, o, i, u, y 
Danny's auto, Otto's jas, Ferdi's fiets, Anna's laptop

  • 's na een afkorting, initiaal of cijfer
ABN's rente, M's rol, Willem II's overwinning, R2D2's geluiden


Slide 3 - Diapositive

bezits-s 
  • eindigt op een s-klank: geen extra s maar wel een '
Bas' fiets, Max' vriendin, Niels' motor, Jonas' hond

  • geen ' maar wel een s aan vastplakken( na een tweetekenklank en na een medeklinker)
Sannes huis, Jeroens vriend, Brams hulp
Milous kamer, Leonies gitaar


Slide 4 - Diapositive

De jas van Anna.
A
Anna's jas
B
Annas jas
C
Annas' jas

Slide 5 - Quiz

De fiets van Jos.
A
Jos' fiets
B
Jos's fiets
C
Jos fiets

Slide 6 - Quiz

De rente van ABN.
A
ABNs rente
B
ABN's rente
C
ABNs' rente

Slide 7 - Quiz

goed
fout
Onno's jas
Sanne's kind
Debbys hond
Kims neus
Max' verjaardag

Slide 8 - Question de remorquage

Verkleinwoorden
  • -je
sloofje, lachje, cognacje, knopje, taartje
  • -tje
stoeltje, tafeltje, computertje, gebouwtje
  • -pje
armpje, boompje, raampje

Slide 9 - Diapositive

Verkleinwoorden
  • -ng = nkje
ontsteking - ontstekinkje
haring - harinkje
vertelling - vertellinkje
paling - palinkje

Let op: ring = ringetje 

Slide 10 - Diapositive

Verkleinwoorden
Bijzonder
sportcafé = sportcafeetje
cafetaria = cafetariaatje
taxi = taxietje
filmster = filmsterretje
lam = lammetje 

Slide 11 - Diapositive

Verkleinwoorden
  •  'tje bij een y en bij een getal

F16 = F16'tje
mp3 = mp3'tje

whisky = whisky'tje
guppy = guppy'tje

soms niet 'tje maar zonder '(vanuit het Engels): trolley = trolleytje | medley = medleytje

Slide 12 - Diapositive

goed
fout
leuningkje
kassabonnetje
biercafé'tje
medleytje
lievelingetje

Slide 13 - Question de remorquage

goed
fout
sateetje
klassenfotootje
liftboy'tje
tvtje
kiwietje

Slide 14 - Question de remorquage

actieve werkvorm
In tweetallen
Zoek de goed geschreven bezit-s woorden. 
Leg ze apart en tel de cijfers op de achterkant bij elkaar op. 

Klaar? Laat het getal op je telefoon zien aan mij. 
Goed? Top! Maak weer een stapel van de kaartjes en lever in. 
Fout? Wat klopt er niet? Bekijk de woorden nog een keer. 


Slide 15 - Diapositive

StartTaal les 6
3F Taalverzorging | Spelling | Accentwoorden - tremawoorden
oefening 1 ,2 starter
oefening 1,2,3 gevorderd
3F Taalverzorging | Spelling | Aaneenschrijven en tussenklanken
oefening 1,2
oefening 1,2,3 gevorderd
3F Taalverzorging | Spelling | Bezit-s
oefening 1,2
oefening 1,2,3 gevorderd

Slide 16 - Diapositive