Taalverzorging - verkleinwoorden - mavo klas 2

Verkleinwoorden
Nieuw Nederlands 6e editie
2  vmbo/havo
H5. Taalverzorging - Formuleren
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Verkleinwoorden
Nieuw Nederlands 6e editie
2  vmbo/havo
H5. Taalverzorging - Formuleren

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert de verkleinwoorden goed te spellen.

Je maakt zelf van deze paragraaf: opdracht 1, 2, 3, 4 en 6. Online staan extra opdachten. 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je er al van?
Noteer drie verkleinwoorden.

Slide 3 - Carte mentale

6

Slide 4 - Vidéo

00:32

Verkleinwoorden maak je door
-je, -kje, -pje, -tje of -etje achter het .............. te zetten.
A
lidwoord
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Quiz

00:52

Basis
De volgende verkleinwoorden zijn goed geschreven:
A
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
B
geheimpje, koningkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
C
geheimpje, koninkje, bangkje, stoeltje, tekeningetje
D
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningentje

Slide 6 - Quiz

01:15

Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang. Dus de verkleinwoorden van 'glas' en 'pad' worden
A
glasje en padje
B
glaasje en padje
C
glasje en paadje
D
glaasje en paadje

Slide 7 - Quiz

01:16

Als je goed naar de uitleg hebt gekeken en geluisterd, weet je dat het verkleinwoord van 'bikini' dus wordt:
A
bikinitje
B
bikinietje
C
bikini'tje
D
bikinetje

Slide 8 - Quiz

01:46

Dus de verkleinwoorden van opa, menu, comité en radio worden ...
A
opa'tje, menu'tje, comité'tje, radio'tje
B
opatje, menutje, comitétje, radiotje
C
opaatje, menuutje, comiteetje, radiootje

Slide 9 - Quiz

02:23

De verkleinwoorden van hobby, A3, pdf, en het getal 5 worden als volgt goed geschreven: 
A
hobbietje, A3tje, pdfje, 5je
B
hobby'tje, A3'tje, pdf'je, 5je

Slide 10 - Quiz


De uitlegvideo begon met de vraag hoe je de verkleinwoorden van taxi en café zou moeten schrijven. Het goede antwoord zou je nu moeten weten. 
A
taxi'tje, cafeetje
B
taxietje, cafeetje
C
taxietje, cafétje
D
taxi'tje, cafétje

Slide 11 - Quiz

En dan nu een sleepvraag

Slide 12 - Diapositive

'pje
'tje
'etje
'kje
'je
lolly
boom
cake
moskee
koning
wc
bloem
weg
dans
ketting

Slide 13 - Question de remorquage

Wat is het goede verkleinwoord van
bikini?
A
bikinietje
B
bikinitje

Slide 14 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
accu?
A
accu'tje
B
accuutje
C
accutje
D
accu-tje

Slide 15 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
ski?
A
skitje
B
skietje
C
ski'tje
D
ski-tje

Slide 16 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
opa?
A
opatje
B
opa'tje
C
opaatje

Slide 17 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
raam?
A
raampje
B
raamje
C
raamtje

Slide 18 - Quiz

Verkleinwoorden: goed of fout?
A4'tje
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Verkleinwoorden van oma, ski en café zijn goed geschreven bij:
A
oma'tje, skietje en cafeetje
B
omaatje, ski'tje en cafe'tje
C
omaatje, skietje en cafeetje
D
oma'tje, ski'tje en cafeetje

Slide 20 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
koning?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van
bij?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van
jongen?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van
radio?

Slide 24 - Question ouverte

Extra oefenen: verkleinwoorden
Door op de linkjes (onderstreepte tekst) te klikken, kom je bij de opdracht.

Slide 25 - Diapositive

Meervoud
Hoofdstuk 6 meervoud op -en, -s, -ën en -n

Slide 26 - Diapositive

Wat gaan jullie leren?
1. Jullie weten hoe je een zelfstandig naamwoord in de meervoudsvorm schrijft

2. Jullie weten wanneer je een meervouds-n gebruikt bij verwijzingen (sommige/sommigen)

Slide 27 - Diapositive

Wat is het meervoud van 'keuze'?
A
Keuzen
B
Keuzes

Slide 28 - Quiz

Meervoud
  • Sommige woorden die eindigen op -e hebben twee meervoudsvormen (seconde - secondes/seconden)

  • Bij woorden die eindigen op -s of -f moet je in het meervoud soms de laatste letter veranderen in een z of v                     (grens - grenzen, maar: wens - wensen)

Slide 29 - Diapositive

Wat is het meervoud van 'porie'?
A
Pories
B
Poriën
C
Porieën
D
Porien

Slide 30 - Quiz

Meervoud
Woorden die eindigen op -ee of -ie krijgen een trema in het meervoud     (porie - poriën) 

1. Ligt de klemtoon op de laatste lettergreep? Voeg '-ën' toe                                 (knie - knieën)

2. Ligt de klemtoon niet op de laatste lettergreep? Voeg 'n' toe en zet het trema op de laatste 'e'  (bacterie - bacteriën) 

Slide 31 - Diapositive

Wat is het meervoud van 'radio'?
A
Radio'en
B
Radio's
C
Radios

Slide 32 - Quiz

Meervoud
  • Bij woorden die eindigen op een klinker, schrijf je een apostrof + s ('s) als je het woord anders verkeerd uitspreekt (radio - radio's, baby - baby's)
  • Als het woord een afkorting is of cijfers bevat, krijgt het ook een apostrof + s ('s) in de meervoudsvorm (bh - bh's, F16 - F16's)
  • Woorden die eindigen op een klinker met accent (é) krijgen een vaste s     (café - cafés) 
  • Woorden die eindigen op -ey of -ay krijgen een vaste s (spray - sprays)




Slide 33 - Diapositive

Wat is het meervoud van 'lomperik'?
A
Lomperiks
B
Lomperikken
C
Lomperiken

Slide 34 - Quiz