3C - 5-4-2024 - Unit 6 - les 58

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Engels

Welcome 3C

Unit 6 - Nature

Lesson 58

- Upcoming test: 12/4 Unit 5 + 6

- Learning Goals

- Grammar: possession

- Grammar: irregular verbs

- Grammar: question tags

- Homework

Planning 3^rd term

3 tests during the 3^rd term

Friday 12 April - Unit 5 + 6

Somewhere in June  - Practical Assignment

Testweek in June - Language Village

GOALS

• Je weet hoe je bezit kunt aanduiden in het Engels en je kunt dit toepassen in een zin.
• Je weet welke onregelmatige werkwoorden je moet kennen en je kunt ze toepassen in een zin.
• Je weet wat question tags zijn en je kunt ze toepassen in een zin.

possession

Possession (bezit)

's geeft in het Engels aan dat iets van iemand is

Goed opletten:

In het Nederlands gebruiken we 's om meervoud te schrijven. (pyjama's) In het Engels is dat dus NOOIT zo. 

Op een rijtje:

Als je wil zeggen dat iets van iemand is:

• Enkelvoud --> 's 
• Meervoud, eindigt op -s --> '

• Als je wil zeggen dat iets bij/van dingen, dieren of plaatsen is, dan gebruik je '..of...'.

Bezit -

Zelfstandig naamwoord en namen in enkelvoud

's komt na het zelfstandig naamwoord : 

Adam's bike

Sarah's house

The girl's t-shirt

Bezit -

Zelfstandig naamwoord en namen in meervoud

Bij zelfstandige naamwoorden en namen in het meervoud komt de apostrof na de meervoudsvorm. Engelse meervouden eindigen meestal op een -s.

those girls' pets
the Beatles' albums

the dogs' bones

Bezit -

dingen, plaatsen of landen

Bij dingen, plaatsen of landen gebruik je of om bezit aan te geven.

The wheels of the car.
The cities of the United Kingdom.
The door of the house.

Posession: which one is correct?

1. My parents' car.
2. My parent's car.
3. The car of my parents.

Possession: which is correct?

1. Tess's iPad is gone.
2. Tess' iPad is gone
3. Tess her iPad is gone
4. Tess is her iPad gone.

Possession: which is correct?

1. The house's door.
2. The houses door.
3. The door of the house.
4. The houses' door.

Possession: which is correct?

1. The children's toys
2. The childrens' toys
3. The children' toys
4. The childrens toys

Use the correct form of possession:
Sophie + dog

Use the correct form of possession:
the pupils + homework

Miss Steinbusch's shoes.

1. Right
2. Wrong

This is John's book.

1. Right
2. Wrong

My sisters's names are Pinky and Jaylinn.

1. Right
2. Wrong

The teacher's book is very good.

1. Right
2. Wrong

The car's tyre is flat.

1. Right
2. Wrong

The three sisters' rights are important.

1. Right
2. Wrong

Possession - I know how!

😒🙁😐🙂😃

irregular

verbs

Irregular verbs

• onregelmatig werkwoorden
  
• vaste spellingsregel vervalt
• moet je uit je hoofd kennen

Irregular verbs

tijdsvorm	vaste spellingsregel
past simple (verl. tijd)	stam + -ed
	I walk ed to school.
past perfect (volt. teg. tijd)	have/has + stam + -ed
	She has work ed today.

irregular verbs moet je uit je hoofd kennen

Irregular verbs

• course book pagina's 179-180

      - infinitive = infinitief / hele ww

      - past simple = verleden tijd

      - past participle = voltooid deelwoord

      - Dutch = Nederlandse vertaling

Irregular verbs

Deze irregular

verbs moet je 

leren voor de 

toets.

Question

tags

Tags 

Je gebruikt in de tag hetzelfde persoonlijk voornaamwoord als in de zin 

OF  het voornaamwoord dat hoort bij de naam of het woord: 

He is smart , isn't  he ?

Tom is smart , isn't  he ?

Tom and Jane are smart, aren't they ?

This dog is friendly, isn't it? 

          Je gebruikt not OF in de zin OF in de tag

Tags

Staan er 2 werkwoorden in de zin dan herhaal je de eerste. Dus

als er in de zin een hulpwerkwoord staat, zoals een vorm van to be, to have, to do, dan gebruik je dat ook in de tag. 

You have got a  bike,  haven't  you?

James doesn't like horses, does he?

Tags

Staat er geen hulpwerkwoord in de zin  dan gebruik je do of does in de aangeplakte vraag. Net als in gewone vragen.

The boys play football, don't they?

She likes to ride her horse, doesn't she?

You know that shop, don't you?

It works fine, doesn't it?

Vul aan:
That's right ,________________?

1. is it?
2. isn't it ?

Vul aan:
This isn't difficult, ______________?

1. isn't it
2. is it?

The Christmas tree is already up, ...?

1. aren't we?
2. isn't it?
3. am I?
4. isn't she?

You are my best friend, ...?

1. are we?
2. is he?
3. am I?
4. aren't you?

That girl isn't new here, ...?

1. is she?
2. are we?
3. am I?
4. aren't I?

Ariana Grande is a singer, ...?

1. isn't she?
2. is he?
3. are you?
4. am I?

She doesn't like him......?

1. is she?
2. do you?
3. isn't it?
4. does she?

Question tags - I can!

😒🙁😐🙂😃

Unit 6 - Nature

Make exercises 18, 20 and 43 (pp.110, 112 and 128)

Check exercises 18, 20 and 43

Unit 6 - Nature

Make exercise 40 (p.126)

Check exercise 40

Unit 6 - Nature

If there is time ...

Get your iPad

Ga naar www.quizlet.live en voer de code in

of

scan de QR-code

Unit 6 - Nature

Next class on Monday 8 April

Homework

Bring your book B and your iPad 

(with a loaded battery).