2mhd - 17-06-2024 herhaling Schrijven en Formuleren

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (dicht!)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (dicht!)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen
  • Huiswerk bespreken 
  • Herhalen

Slide 2 - Diapositive



Na deze lessen kun je
  • je taalgebruik, de toon en de lay-out van je tekst aanpassen aan het publiek.
Doel

Slide 3 - Diapositive

Bespreken huiswerk
H6 F (v.a. blz. 148): opdrachten 1 en 2

Slide 4 - Diapositive

Zoek de persoonsvorm(en) (pv) in de zin en het voegwoord.

Ik trek een dikke jas aan, zodat ik het niet koud krijg.

Slide 5 - Question ouverte

Zoek de persoonsvorm(en) (pv) in de zin en het voegwoord.

Doordat het gestormd had, was de weg bezaaid met takken.

Slide 6 - Question ouverte

Zoek de persoonsvorm(en) (pv) in de zin en het voegwoord.

Luizen kunnen gemakkelijk overlopen, terwijl scholieren samen een selfie maken.

Slide 7 - Question ouverte

Zoek de persoonsvorm(en) (pv) in de zin en het voegwoord.

Het RIVM wil het liefst luizencontrole invoeren op middelbare scholen.

Slide 8 - Question ouverte

Maak van de enkelvoudige zinnen samengestelde zinnen.
- Mijn zus zit op streetdance. Ik zit op pianoles. (en)
- Jordy traint veel. Hij wordt steeds gespierder. (zodat)
- Ons elftal won. Wij begonnen allemaal te juichen. (toen)

Slide 9 - Question ouverte


Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
mooi
beter
duurst
veel

Slide 10 - Question ouverte

Kies het juiste verwijswoord.
Ken jij Patricks zusje? Dat/die komt volgend jaar ook bij ons op school.
A
Dat
B
Die

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste verwijswoord.
We kunnen ons sportveld nu niet gebruiken, omdat dat/die te drassig is.
A
dat
B
die

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste verwijswoord.
Tom heeft alle Harry Potter-films gezien, behalve deze/dit ene.
A
deze
B
dit

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste woord.
Rawiens broer is ongeveer drie jaar ouder ..... hij.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste woord.
Salmans kamer is precies even groot ... die van zijn broer.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quiz

Kies het juiste woord.
Chris kan veel beter tegen de hitte ......
A
als ik
B
als mij
C
dan ik
D
dan mij

Slide 16 - Quiz

Kies het juiste woord.
Zijn jouw broers net zo lang ....
A
als jij
B
als jou
C
dan jij
D
dan jou

Slide 17 - Quiz

Waaraan moet een goed recept voldoen?
Noem 4 kenmerken.

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf de stappen op om je tas in te pakken voor school.

Slide 19 - Question ouverte

Wat:
Maken: 
Oefenopgave die je van mij hebt ontvangen. 

Hoe:
Schrijf op het schrijfpapier dat je van mij hebt ontvangen. 
Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw als je naast iemand zit. Anders werk je alleen.

Klaar?
Schrijf een zakelijke e-mail.
Je wilt een bijbaantje bij de 
supermarkt op de broodafdeling.
Geef ook aan wanneer je beschikbaar bent. 






Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groenfluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive



Na deze lessen ben je klaar voor de toets.
Doel

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
Toets
Donderdag 20 juni 
- theorie
vrijdag 21 juni:
- schrijven => zakelijke mail.



Slide 22 - Diapositive