Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lesdoelen
Ik kan het onderwerp in een korte zin vinden.
Slide 1 - Diapositive
Wat waren voorbeelden in een zin? Wat kon je ermee vinden?
Wat is zoekend lezen?
Vorige les
Slide 2 - Diapositive
Welkom!
Gelukkig nieuw jaar!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.
Slide 3 - Diapositive
Wat was zoekend lezen? Waar moest je dan op letten? Lees je de hele tekst?
Slide 4 - Carte mentale
Wanneer kun jij met je klas meedoen aan een workshop?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is er mis met kleinigheden om iemand te verrassen, gewoon omdat hij of zij gezellig is? Stuur bijvoorbeeld lieve berichtjes, neem een bloem mee voor je mentor of neem voor je klasgenoten roze cupcakes mee.
Hoeveel voorbeelden worden er gegeven van kleinigheden in bovenstaande zin?
Slide 6 - Carte mentale
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
Neem als voorbeeld de zin: Dit weekend willen we drie films achter elkaar bekijken.
Slide 7 - Carte mentale
Is altijd een werkwoord.
Maak de zin vragend, de persoonsvorm komt vooraan.
Verander de tijd, de persoonsvorm verandert mee.
Het woordje is is altijd persoonsvorm.
Voorbeeld: Julia heeft een t-shirt gekocht.
> Julia had een t-shirt gekocht / Kocht Julia een t-shirt?
De persoonsvorm
Slide 8 - Diapositive
Wie doet het?
Stel de vraag: wie of wat+persoonsvorm
Vraag eerst wie. Is er geen antwoord daarop vraag dan wat.
Het onderwerp is altijd een iemand of iets.
Alle lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden die bij het onderwerp horen, moet je opschrijven.
De blauwe fietsstaattegen het hek.
Het onderwerp
Slide 9 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Esther verdeelt de pizza in zeven stukken.
A
Esther
B
verdeelt
C
de pizza
D
zeven stukken
Slide 10 - Quiz
Wat is het onderwerp in deze zin:
Esther verdeelt de pizza in zeven stukken.
A
Esther
B
verdeelt
C
de pizza
D
zeven stukken
Slide 11 - Quiz
Bekijk opdracht 1
H3, TV: opdr. 1 (blz. 84)
Slide 12 - Diapositive
Noteer de pv en o van de zin: Tijdens de vakantie viel mijn smartphone in het zwembad.
Slide 13 - Question ouverte
Noteer de pv en o van de zin: 50.000 jaar geleden leefden in Nederland mammoeten.
Slide 14 - Question ouverte
Noteer de pv en o van de zin: Met z'n vieren hebben we de draaitafel voor de dj verplaatst.
Slide 15 - Question ouverte
Noteer de pv en o van de zin: De zeespiegel stijgt de komende eeuwen een meter.
Slide 16 - Question ouverte
Wat?
H3, TV: opdr. 2,3 en 4.
Hoe?
Boek blz. 84-85 + schrift
Of online > planning
Klaar?
Nakijken
H3, TV opdracht 5.
Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
Rood?Stil.
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).