6.4 wat geeft de overheid uit

3 basis
6.4 wat geeft de overheid uit
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3 basis
6.4 wat geeft de overheid uit

Slide 1 - Diapositive

Nakijken huiswerk 6.2
Wat: opdracht 1 t/m 12 blz 166.
tijd: 7 minuten
wie: zelfstandig in stilte. 

klaar? beginnen aan 6.4 op blz 172
opdracht 1 tm 12


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 6.4

- Wat is de rijksbegroting?

- Waar gaat het geld van de overheid naartoe?

- je kan het verschil tussen een begrotingstekort & begrotingsoverschot benoemen.

Slide 3 - Diapositive

6.4Prinsjesdag
In de rijksbegroting staan de inkomsten en
uitgaven van het land. 

De miljoenennota is de uitleg over de
rijksbegroting

De eerste en tweede kamer keuren deze plannen goed.


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Staatsschuld
  • een begrotingstekort 
    (uitgave zijn hoger dan inkomsten)
  • een begrotingsoverschot
    (inkomsten zijn hoger dan uitgaven)


Slide 6 - Diapositive

Nederland:
Inkomsten = 400 miljard
Uitgaven = 450 miljard.
A
Er is een begrotingstekort
B
Er is een begrotingsoverschot

Slide 7 - Quiz

Het inkomen van NL = 840 miljard.
18% geven ze uit aan onderwijs. Hoeveel euro is dit?
A
150 miljard
B
151,2 miljard
C
155,5 miljard
D
157,3 miljard

Slide 8 - Quiz

Wat kan de overheid doen bij een begrotingstekort?
A
Bezuinigen op de uitgaven.
B
De belastingen (inkomsten) verhogen.
C
Geld lenen.
D
A, B en C.

Slide 9 - Quiz

Collectieve goederen
Particuliere goederen

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Lien

Aan de slag!
wat: opdracht 1 t/m 12 op blz 172 -174
tijd: 15 minuten
wie: zelfstandig
klaar? opdracht 1 t/m 11 op blz 178 en 179


Slide 12 - Diapositive

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 13 - Quiz

Wanneer een land meer binnen krijgt dan dat zij betaald, dan heb je een......
A
begrotingstekort
B
begrotingsoverschot

Slide 14 - Quiz