Les 35 - 3M - 22/23 - Wat is criminaliteit?

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Inhoud
1. Wat is criminaliteit?
2. Ons beeld van criminaliteit
3. Oorzaken van criminaliteit
4. Nederland is een rechtsstaat
5. (Deze slaan we over)
6. Van politie naar officier
7. Voor de rechter
8. Straf

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Ik voel mij wel eens aangetrokken tot het 'snelle geld'
A
zeker
B
ja, maar ik snap ook wel dat het niet...
C
nee, boeit me niet
D
liever zelf verdienen!

Slide 5 - Quiz

1. Wat is criminaliteit?
Vragen aan jullie

Slide 6 - Diapositive

Je wil 20 euro pinnen. De automaat geeft je zomaar 100 euro (er wordt 20 euro van je rekening afgeschreven).
Wat doe je?
A
Ik pak de 100 euro. Mooi meegenomen!
B
Ik bel de bank.
C
Ik breng het geld naar de bank.
D
Anders

Slide 7 - Quiz

Je komt erachter dat de partner van je beste vriend(in) heeft gezoend met een ander.
Wat doe je?
A
Ik zeg het tegen mijn vriend(in).
B
Ik dwing de partner het te vertellen.
C
Ik doe niets.
D
Anders

Slide 8 - Quiz

Een vriend(in) vraagt of je eerlijk wil zeggen wat je van zijn/haar nieuwe outfit vindt.
Je vindt het absoluut niet staan.
Wat doe je?
A
Ik zeg eerlijk wat ik vind.
B
Ik zeg vol overtuiging dat het mooi staat.
C
Ik houd mijn mond.
D
Anders

Slide 9 - Quiz

Je hebt een groepsopdracht op school gedaan. Jullie krijgen er een groepscijfer voor. Jij hebt niets uitgevoerd.
Wat doe je?
A
Ik doe niets.
B
Ik bied mijn groepsgenoten excuses aan. Verder niets.
C
Ik geef het aan bij de docent.
D
Anders

Slide 10 - Quiz

In de winkel koop je iets dat volgens het prijskaartje 15 euro kost. Maar dan kom je bij de kassa.
De caissière zegt: 10 euro alsjeblieft.
Wat doe je?
A
Ik betaal 10 euro en zeg niets.
B
Ik geef aan dat de prijs niet klopt.
C
Anders

Slide 11 - Quiz

Wat is de overeenkomst?
  • Je wil 20 euro pinnen. De automaat geeft je zomaar 100 euro. Wat doe je?  
  • Je komt erachter dat het draadloze wifi-netwerk van de buren niet beveiligd is. Zo kun je gratis internetten. Wat doe je? 
  • Een vriend(in) vraagt of je eerlijk wil zeggen wat je van zijn/haar nieuwe outfit vindt. Je vindt het absoluut niet staan. Wat doe je?  
  • Je hebt een groepsopdracht op school gedaan. Jullie krijgen er een groepscijfer voor. Jij hebt niets uitgevoerd. Wat doe je?  
  • In de winkel koop je iets dat volgens het prijskaartje bij het product 15 euro kost. Maar dan kom je bij de kassa. De caissière zegt: 10 euro alsjeblieft. Wat doe je?  

Slide 12 - Diapositive

Waarden en normen
Waarde = iets dat jij belangrijk vindt
Norm = de gedragsregel die daar uit voortkomt. 

Bijvoorbeeld: w= gezondheid / n= ik sport drie keer per week

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
  • Lees bladzijde 6 en 7 
  • Maak de vragen bij 1.1 (bladzijde 7)
  • Hierna: klassikaal bespreken
timer
12:00

Slide 15 - Diapositive

Wetboek van strafrecht
Bestaat uit geschreven regels. Hierin staan alle strafbare feiten (gedragingen) inclusief bijbehorende maximumstraf.

Slide 16 - Diapositive

Wetboek van strafrecht
Bestaat uit geschreven regels. Hierin staan alle strafbare feiten (gedragingen) inclusief bijbehorende maximumstraf.
Gebaseerd op onze normen! (en die zijn gebaseerd op onze waarden!)

Slide 17 - Diapositive

Wetboek van strafrecht
Bestaat uit geschreven regels. Hierin staan alle strafbare feiten (gedragingen) inclusief bijbehorende maximumstraf.
Gebaseerd op onze normen! (en die zijn gebaseerd op onze waarden!)
Wat wij goed en slecht vinden verschilt per plaats (samenleving) en tijd!

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Vidéo

Terugblik

Slide 21 - Diapositive

Lezen
  • Bladzijde 8 en 9

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag
  • Maak de vragen bij 1.2 (opdracht 5 t/m 13)
  • Hierna: klassikaal bespreken
timer
12:00

Slide 23 - Diapositive