Chap 3 herhaling 3.3b

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

le futur proche
1-2-3

gaan + heel werkwoord
le futur (simple)
1-2

zullen + heel werkwoord

Slide 2 - Diapositive

le futur proche
1-2-3

gaan + heel werkwoord
le futur (simple)
1-2

zullen + heel werkwoord
1. onderwerp
2.vorm van "aller"
3. het hele werkwoord
1. onderwerp
2. het hele werkwoord        +  uitgangen

Slide 3 - Diapositive


Schrijf het werkwoord " aller "  nu op:
onder elkaar

Slide 4 - Question ouverte


Le futur proche:
zij gaat twijfelen

Slide 5 - Question ouverte


Schrijf de uitgangen van " le futur (simple)"  nu op:
onder elkaar

Slide 6 - Question ouverte


Le futur (simple):
zij zal twijfelen

Slide 7 - Question ouverte


Le futur proche:
wij gaan raden

Slide 8 - Question ouverte


Le futur (simple):
wij zullen raden

Slide 9 - Question ouverte


Le futur proche:
zij gaan zich vermaken

Slide 10 - Question ouverte


Le futur (simple):
zij zullen zich vermaken

Slide 11 - Question ouverte


Le futur (simple):
jullie zullen je aankleden 

Slide 12 - Question ouverte


Le futur (simple):
 jullie zullen je opmaken

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive


Le futur (simple):
hij zal zijn

Slide 15 - Question ouverte


Le futur (simple):
u zult hebben

Slide 16 - Question ouverte


Le futur (simple):
we zullen zien

Slide 17 - Question ouverte

Oefenen:
Klik door op de link op de volgende dia



le futur (simple)  [1-2]

70% is een voldoende!
être / aller / avoir / pouvoir / vouloir /  faire / voir 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Diapositive

Oefenen:
Klik door op de link op dia 14
Connaitre




70% is een voldoende!
le présent
l'imparfait
le passé composé
le futur (simple)
le futur proche

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Se présenter
  1. naam/achternaam
  2. leeftijd
  3. woonplaats
  4. school/klas/niveau
  5. ik ben goed /slecht in welk vak, [waarom]?
  6. mijn leukste/saaiste/moeilijkste/ ... vak/docent op school 
  7. mijn hobby's / sport

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Nu zelf gaan oefenen!
Gebruik de leerbox!

Volgende les: weer wat oefenvragen over 
de grammaire 3C - 3G - 3I!
1
2
3
4
5

Slide 25 - Diapositive