S30 - Woordbetekenis: synoniemen, antoniemen, homoniemen

• Nederlands
• Secundair onderwijs

S30 - Woordbetekenis

synoniemen - antoniemen - homoniemen

druk

onbewoond

onbezet

vol

verlaten

'leeg'

ANTONIEM

SYNONIEM

Wel of geen homoniem?

WEL

NIET

spinnen

telefoon

das

schilderen

deur

Pretest: Bookwidget

synoniemen - antoniemen - homoniemen

Doelen

1. Je kunt een homoniem herkennen en in de juiste context gebruiken.
2. Je kunt een synoniem geven van frequent gebruikte woorden.
3. Je kunt een antoniem geven van frequent gebruikte woorden.
4. Je kunt de connotatie of gevoelswaarde van woorden inschatten en onder positief, neutraal of negatief plaatsen. (U)

Woorden die hetzelfde klinken, maar een andere betekenis hebben zijn ...

1. homoniemen
2. antoniemen
3. synoniemen

Woorden met dezelfde betekenis noemen we ...

1. homoniemen
2. antoniemen
3. synoniemen

Woorden die elkaars tegengestelden zijn, zijn ...

1. homoniemen
2. antoniemen
3. synoniemen

Is het ...

een synoniem

een antoniem

of een homoniem?

Met carnaval was ik verkleed als elf.

Toen ik mijn toets terug kreeg, zag ik dat ik elf op twintig had.

1. homoniem
2. synoniem
3. antoniem

Deze nacht was ik bang van het onweer.

Door het gedonder lag ik angstig in bed.

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Onze bok is gisteren papa geworden van 3 kleine geitjes.

Bij de turnles moest ik met de trampoline over de bok springen.

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Ik bestelde gisteren een koud voorgerecht.

Bij het buffet nam ik enkel warme groenten.

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Ik kijk er altijd naar uit om mijn koffer in te pakken als ik op reis ga.

Na het uitpakken van de cadeautjes gaan we taart eten!

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Eet wat meer! We hebben eten in overvloed.

Water kan schaars worden als we er niet bewust mee omgaan.

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Mijn buurvrouw gaf een rode roos aan het verliefde koppeltje.

Soldaat, je moet in de roos schieten!

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

De hond jankt omdat hij zijn baasje mist.

Het meisje begint te huilen,  want ze is op haar hoofd gevallen.

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Rita is niet zo’n goede poetsvrouw, op haar meubels ligt een dikke laag stof.

Mijn nieuwe jurk is gemaakt van een erg dure stof.

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Voor mijn verjaardag gaan we een gezellig etentje organiseren.

Met de familie eten we op kerstavond een lekker diner.

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Je hoort dat nieuwe liedje echt overal!

De hond is nergens te vinden sinds hij weggelopen is.

1. homoniem
2. antoniem
3. synoniem

Ze leiden ons de weg naar het hotel.

Wij lijden veel pijn na onze valpartij.

1. homoniem
2. homofoon
3. synoniem
4. antoniem

Homoniemen:

homofonen vs. homografen

• Homografen = woorden die op dezelfde manier geschreven worden, maar verschillende betekenissen hebben.
  Bv. appel (Franse uitspraak) en appel
• Homofonen = woorden die hetzelfde klinken, maar verschillend worden geschreven. 
  Bv. hart en hard

Wij kijken naar de koe die in de wei staat.

1. homograaf
2. homofoon

We kunnen dat probleem beter voorkomen.

Die man heeft een erg fatsoenlijk voorkomen.

1. homograaf
2. homofoon

Ik eis een coupe met vijf bollen ijs.

1. homograaf
2. homofoon

Connotatie: gevoelswaarde van woorden

De connotatie kan positief of negatief zijn. 

positief	neutraal	negatief
proeven	eten	vreten

Connotatie: gevoelswaarde van woorden

De connotatie kan positief of negatief zijn. 

positief	neutraal	negatief
heengaan	sterven	de pijp uitgaan

Connotatie: gevoelswaarde van woorden

De connotatie kan positief of negatief zijn. 

positief	neutraal	negatief
volslank	dik	moddervet