Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2: Statistiek
2.1 Verhoudingstabel
2.2 cirkeldiagram
2.3 Frequentietabel, staafdiagram en lijndiagram
2.4 Gemiddelde, modus en mediaan
2.5 Steelbladdiagram
Slide 1 - Diapositive
voorkennis
Hoek tekenen
Hoek berekenen
Percentage met tabel berekenen
Van deel naar procent berekenen
Slide 2 - Diapositive
Anita gaat elke dag met de bus van bovenveld naar Duinstad. Op een ochtend telt Anita het aantal mensen dat per plaats instapt. Hoeveel % van de mensen is in Kerkstad ingestapt?
A
21%
B
42%
Slide 3 - Quiz
Een e-reader kost volgens de catalogus €109,90. Omdat het een ouder model is , krijgt José €20,- korting. Hoeveel procent korting krijgt José?
A
18 procent
B
19 procent
C
20 procent
D
81 procent
Slide 4 - Quiz
2.1 Verhoudingstabel
Beelddiagram
Slide 5 - Diapositive
Beelddiagram
Beelddiagram wordt aangegeven met figuurtjes.
Wordt vaak gebruikt als illustratie en niet om nauwkeurige data af te lezen.
Slide 6 - Diapositive
Beelddiagram. Hoeveel posters zijn er op vrijdag verkocht?
A
7
B
70
C
360
D
252
Slide 7 - Quiz
In het beelddiagram zie je het aantal inwoners van 4 metropolen.
Welke metropool heeft het grootste aantal inwoners?
A
Istanboel
B
Madrid
C
Amsterdam
D
Parijs
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
2.2 Cirkeldiagram
sectoren
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Hoeveel sectoren heeft dit cirkeldiagram?
A
1 sector
B
2 sectoren
C
3 sectoren
D
4 sectoren
Slide 13 - Quiz
Hoeveel procent moet er bij kokos staan?
A
51,5%
B
180%
C
49,5%
D
50%
Slide 14 - Quiz
2.3 Frequentietabel, staafdiagram en lijndiagram
waarneming
frequentie
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Wat is de frequentie van 51 kg.
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Staafdiagram
Een staafdiagram kan zowel horizontaal als verticaal zijn.
De lengte van de staaf geeft de hoeveelheid aan.
Je geeft een titel en zegt bij elke staaf waar het over gaat.
De staven staan los van elkaar.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Lijndiagram
Een lijndiagram is handig
om bijvoorbeeld de
ontwikkeling van
een hoeveelheid in tijd
weer te geven.
Slide 21 - Diapositive
Lijndiagram
Het tekenen van een lijndiagram:
Op de horizontale as de tijd (bijv. jaren).
Op de verticale as de aantallen.
Geef je lijndiagram een titel.
Zet boven elk jaar een stip met de hoeveelheid uit je gegevens.
Verbind, met je geodriehoek, de punten aan elkaar.
Teken eventueel een scheurlijn om te voorkomen dat je lijndigram te groot wordt.
Slide 22 - Diapositive
scheurlijn
alleen gebruiken bij lijndiagrammen
je slaat een stuk van de grafiek over, dit gebruik je als je met bijv. met grote getallen werkt, en lage getallen niet voorkomen
Slide 23 - Diapositive
2.4 Gemiddelde, modus en mediaan
Slide 24 - Diapositive
Modus, mediaan en gemiddelde
modus: de waarneming die het vaakst voorkomt
mediaan: het middelste getal in een rij waarnemingen die van klein naar groot staan
gemiddelde: het gemiddelde van de waarnemingen
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
6 8 10 12 Wat is het gemiddelde?
Slide 27 - Question ouverte
A
1,8 punten
B
1,75 punten
C
1,85 punten
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Vidéo
1 2 3 3 4 5 5 5 6 Wat is de modus?
A
3
B
4
C
5
Slide 30 - Quiz
1 2 3 3 4 5 5 5 6 Wat is de mediaan?
A
3
B
4
C
5
Slide 31 - Quiz
Wat is de modus?
Slide 32 - Question ouverte
Wat is de mediaan?
Slide 33 - Question ouverte
Slide 34 - Vidéo
20 mensen hebben meegedaan met 400 meter hardlopen. De tijden van deze deelnemers waren 53, 58, 59, 62, 63, 64, 64, 64, 64, 65, 66, 67, 69, 69, 70, 71, 72, 73, 75 en 81 seconden Welke tijd is de mediaan van deze tijden?
A
64 seconden
B
65 seconden
C
65,5 seconden
D
66 seconden
Slide 35 - Quiz
Er waren 20 deelnemers bij de 400 meter hardlopen. De tijden van deze deelnemers waren 53, 58, 59, 62, 63, 64, 64, 64, 64, 65, 66, 67, 69, 69, 70, 71, 72, 73, 75 en 81 seconden Welke tijd is de modus?
A
64 seconden
B
65 seconden
C
65,5 seconden
D
66 seconden
Slide 36 - Quiz
2.5 Steelbladdiagram
Slide 37 - Diapositive
Steelbladdiagram
Slide 38 - Diapositive
Een steelblad diagram is een overzichtelijke manier om getallen weer te geven.
Je hebt enkele diagrammen en dubbele diagrammen.
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Vidéo
Hiernaast zie je de hartslag van een aantal leerlingen na een hardloopwedstrijd. Wat is de modus?
Slide 41 - Question ouverte
Hiernaast zie je de cijfers van een klas met 21 leerlingen. Wat is de mediaan?
Slide 42 - Question ouverte
2.6 Gemengde opdrachten
Slide 43 - Diapositive
Hoe noem je het diagram hiernaast?
A
tabel
B
beelddiagram
C
staafdiagram
D
frequentietabel
Slide 44 - Quiz
Hieronder zie je de tabel bij het beelddiagram. Wat moet er bij donderdag en vrijdag staan?
A
donderdag 100
en vrijdag 70
B
donderdag 110
en vrijdag 70
C
donderdag 110
en vrijdag 80
D
donderdag 100
en vrijdag 80
Slide 45 - Quiz
Beelddiagram
Lijndiagram
Staafdiagram
Slide 46 - Question de remorquage
Hoe noem je het diagram hiernaast?
A
tabel
B
beelddiagram
C
staafdiagram
D
frequentietabel
Slide 47 - Quiz
Een medewerker van de bioscoop heeft bijgehouden hoeveel kaartjes er per genre wordt verkocht. Van welk genre verkoopt hij de meeste kaartjes?
A
Mystery
B
Adventure
C
Cartoon
D
Comedy
Slide 48 - Quiz
Op welke leeftijd krijgen de kinderen hetzelfde bedrag zakgeld?