H-2 hfst 2 Statistiek

Hoofdstuk 7: Statistiek
Verhoudingstabel
Beelddiagram en cirkeldiagram
Frequentietabel, staafdiagram en lijndiagram
Gemiddelde, modus en mediaan
Steelbladdiagram
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7: Statistiek
Verhoudingstabel
Beelddiagram en cirkeldiagram
Frequentietabel, staafdiagram en lijndiagram
Gemiddelde, modus en mediaan
Steelbladdiagram

Slide 1 - Diapositive

Anita gaat elke dag met de bus van bovenveld naar Duinstad.
Op een ochtend telt Anita het aantal mensen dat per plaats instapt.
Hoeveel % van de mensen is in Kerkstad ingestapt?
A
21%
B
42%

Slide 2 - Quiz

Een e-reader kost volgens de catalogus €109,90.
Omdat het een ouder model is ,
krijgt José €20,- korting.
Hoeveel procent korting krijgt José?
A
18 procent
B
19 procent
C
20 procent
D
81 procent

Slide 3 - Quiz

Beelddiagram
  • Beelddiagram wordt aangegeven
    met figuurtjes.
  • Wordt vaak gebruikt als illustratie
    en niet om nauwkeurige data
    af te lezen.

Slide 4 - Diapositive

Beelddiagram.
Hoeveel posters zijn er op vrijdag verkocht?
A
7
B
70
C
360
D
252

Slide 5 - Quiz


In het beelddiagram zie je het aantal inwoners van 4 metropolen. 
Welke metropool heeft het grootste aantal inwoners?
A
Istanboel
B
Madrid
C
Amsterdam
D
Parijs

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Cirkeldiagram

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Hoeveel sectoren
heeft dit cirkeldiagram?
A
1 sector
B
2 sectoren
C
3 sectoren
D
4 sectoren

Slide 11 - Quiz

Hoeveel procent
moet er bij kokos staan?

A
51,5%
B
180%
C
49,5%
D
50%

Slide 12 - Quiz

Frequentietabel, staafdiagram en lijndiagram
waarneming
frequentie

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat is de frequentie van 51 kg.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Staafdiagram
  • Een staafdiagram kan zowel horizontaal als verticaal zijn.
  • De lengte van de staaf geeft de hoeveelheid aan.
  • Je geeft een titel en zegt bij elke staaf waar het over gaat.
  • De staven staan los van elkaar.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Lijndiagram
Een lijndiagram is handig
 om bijvoorbeeld de 
ontwikkeling van 
een hoeveelheid in tijd 
weer te geven. 

Slide 19 - Diapositive

Lijndiagram
Het tekenen van een lijndiagram:
  • Op de horizontale as de tijd (bijv. jaren).
  • Op de verticale as de aantallen.
  • Geef je lijndiagram een titel.
  • Zet boven elk jaar een stip met de
      hoeveelheid uit je gegevens.
  • Verbind, met je geodriehoek, de punten aan elkaar.
  • Teken eventueel een scheurlijn om te voorkomen dat je lijndigram te groot wordt.

Slide 20 - Diapositive

kreukellijn/zaagtand
  • alleen gebruiken bij lijndiagrammen
  • je slaat een stuk van de grafiek over, dit gebruik je als je met bijv. met grote getallen werkt, en lage getallen niet voorkomen

Slide 21 - Diapositive

Gemiddelde, modus en mediaan

Slide 22 - Diapositive

Modus, mediaan en gemiddelde

  • modus: de waarneming die het vaakst voorkomt
  • mediaan: het middelste getal in een rij waarnemingen die van klein naar groot staan
  • gemiddelde: het gemiddelde van de waarnemingen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

6 8 10 12
Wat is het gemiddelde?

Slide 25 - Question ouverte


A
1,8 punten
B
1,75 punten
C
1,85 punten

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

1 2 3 3 4 5 5 5 6
Wat is de modus?
A
3
B
4
C
5

Slide 28 - Quiz

1 2 3 3 4 5 5 5 6
Wat is de mediaan?
A
3
B
4
C
5

Slide 29 - Quiz

Wat is de modus?

Slide 30 - Question ouverte

Wat is de mediaan?

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Vidéo

20 mensen hebben meegedaan met 400 meter hardlopen.
De tijden van deze deelnemers waren
53, 58, 59, 62, 63, 64, 64, 64, 64, 65,
66, 67, 69, 69, 70, 71, 72, 73, 75 en 81 seconden
Welke tijd is de mediaan van deze tijden?
A
64 seconden
B
65 seconden
C
65,5 seconden
D
66 seconden

Slide 33 - Quiz

Er waren 20 deelnemers bij de 400 meter hardlopen.
De tijden van deze deelnemers waren
53, 58, 59, 62, 63, 64, 64, 64, 64, 65,
66, 67, 69, 69, 70, 71, 72, 73, 75 en 81 seconden
Welke tijd is de modus?
A
64 seconden
B
65 seconden
C
65,5 seconden
D
66 seconden

Slide 34 - Quiz

Steelbladdiagram

Slide 35 - Diapositive

Steelbladdiagram

Slide 36 - Diapositive

Een steelblad diagram is een overzichtelijke manier om getallen weer te geven. 
Je hebt enkele diagrammen en dubbele diagrammen. 

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Hiernaast zie je de hartslag van een aantal leerlingen na een hardloopwedstrijd.
Wat is de modus?

Slide 39 - Question ouverte

Hiernaast zie je de cijfers van een klas met 21 leerlingen.
Wat is de mediaan?

Slide 40 - Question ouverte

Hoe noem je het diagram hiernaast?
A
tabel
B
beelddiagram
C
staafdiagram
D
frequentietabel

Slide 41 - Quiz


Hieronder zie je de tabel bij het beelddiagram. Wat moet er bij donderdag en vrijdag staan?
A
donderdag 100 en vrijdag 70
B
donderdag 110 en vrijdag 70
C
donderdag 110 en vrijdag 80
D
donderdag 100 en vrijdag 80

Slide 42 - Quiz

Beelddiagram
Lijndiagram
Staafdiagram

Slide 43 - Question de remorquage

Hoe noem je het diagram hiernaast?
A
tabel
B
beelddiagram
C
staafdiagram
D
frequentietabel

Slide 44 - Quiz

Een medewerker van de bioscoop heeft bijgehouden hoeveel kaartjes er per genre wordt verkocht.
Van welk genre verkoopt hij de meeste kaartjes?
A
Mystery
B
Adventure
C
Cartoon
D
Comedy

Slide 45 - Quiz

Op welke leeftijd krijgen de kinderen hetzelfde bedrag zakgeld?
A
6 en 7 jaar.
B
9 en 10 jaar.
C
A en D zijn goed.
D
8 en 9 jaar.

Slide 46 - Quiz