zwakke werkwoorden TT, brugklas

Werkwoorden in de t.t. & voltooild deelwoord
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden in de t.t. & voltooild deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Voorgestructureerd aantekeningblad nodig
Wat is een werkwoord?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een werkwoord in het NL:

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een werkwoord in het DU:

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een Nederlands voltooid deelwoord:

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziel von heute:
Ik weet hoe ik de  werkwoorden in het Duits moet vervoegen in de tegenwoordige tijd (Präsens) & ik kan de voltooide tijd (Partizip) in het Duits vormen.



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vervoegen we in het Nederlands?
En kennen we de persoonlijke voornaamwoorden nog in het Duits?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwakke werkwoorden vervoegen in het Duits (im Präsens):
1. Neem de stam (w.w. - en)
2. Plak de uitgangen erachter (feesttenten)
ich                          spiele
du                           spielst
er/sie/es/man   spielt
wir                          spielen
ihr                           spielt
sie/ Sie                 spielen 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitzonderingen
- Eindigt de stam van het w.w. op een sisklank (s, z, ß, x) dan krijg je bij du alleen een -t
Bijv.:  du heißt, du reist

- Als de stam van het w.w. eindigt op -d of -t, komt er bij du/er/sie/es/man/ihr een extra -e

Bijv.: du redest, ihr antwortet

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zwak werkwoord?
En ken je een Nederlands voorbeeld?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een sterk werkwoord?
En ken je een Nederlands voorbeeld?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord (das Partizip) bij zwakke w.w.
Het wordt gevormd door:  ge + stam + t
Bijv.: Ich habe gehört.

Eindigt de stam op -ieren of begint je werkwoord met ver- of be- ? Dan krijg je alleen: stam + t
Bijv.: Ich habe fotografiert.
Er hat die Katze versorgt.



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord (das Partizip) bij sterke w.w.
Het voltooid deelwoord van een sterk w.w. wordt anders gevormd (zoals in het Nederlands).
Je moet ze leren, maar ze lijken vaak op het Nederlands.

Bijv.: schwimmen - geschwommen
schlafen - geschlafen
beschreiben - beschrieben


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het voltooid deelwoord 
Kennen jullie haben/ sein nog?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ich ............ (wohnen) in Venlo
A
wohne
B
wohnt
C
wohnen
D
wohnne

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er ............ (spielen) gern Fußball
A
spielt
B
spield
C
spielen
D
spiele

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Du ............ (reisen) gern nach Asien
A
reisst
B
reist
C
reiste
D
reisen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ich ....... (haben) ihm ...... (gratulieren)
A
hab gratuliert
B
habe gratuliert
C
habe gegratuliert
D
habt gratuliert

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ihr ............ (haben) eine Antwort .............. (schreiben)
A
hab geschrieben
B
haben geschriebt
C
haben geschreben
D
habt geschrieben

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions