REPASO de los pasados

Los pasados
Español - H4


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Los pasados
Español - H4


Slide 1 - Diapositive

In het Spaans gebruiken we drie verleden tijden:
  1. El perfecto
  2. El indefinido
  3. El imperfecto

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Indefinido 
(formas irregulares)
Bij de onregelmatige vormen van de indefinido is het zo dat de stam onregelmatig is. De uitgangen van alle onregelmatige vormen zijn hetzelfde (let op! Deze zijn niet hetzelfde als de regelmatige vormen)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Tijdsaanduidingen kun je ook zien als signaalwoorden.

Slide 13 - Diapositive

 Perfecto               Indefinido                  Imperfecto
Zit ik er nog in?
- DEZE week
- DIT weekend
- VANDAAG
Duidelijk begin en eind?
- Gisteren
- Vorig jaar
- In 1986
- 14 april
- Woensdag
Geen duidelijk begin en eind?
- Vroeger
- Toen ik klein was
- Elke zondag
_____________________geen tijdsaanduiding?_____geen tijdsaanduiding?_____
Stel jezelf de vraag:
Was het er al? Was het al (een tijdje) bezig? Hoe was de situatie / de setting?
Stel jezelf de vraag:
Gebeurde het?

Slide 14 - Diapositive

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden gebruik je de .....
A
Presente
B
Perfecto
C
Indefinido
D
Imperfecto

Slide 15 - Quiz

Voor gebeurtenissen in het verleden die verband houden met het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Perfecto
C
Indefinido
D
Imperfecto

Slide 16 - Quiz

Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Perfecto
C
Indefinido
D
Imperfecto

Slide 17 - Quiz

Het signaalwoord "ayer" hoort bij de .....
A
Presente
B
Perfecto
C
Indefinido
D
Imperfecto

Slide 18 - Quiz

Welk signaalwoord duidt NIET op een indefinido?
A
anteayer
B
en 2017
C
antes
D
el otro día

Slide 19 - Quiz

perfecto of indefinido:
Mi hermano y yo nunca ......................... pulpo en nuestra vida.
A
hemos comido
B
comimos
C
he comido
D
comí

Slide 20 - Quiz

perfecto of indefinido
Yo no ...................... (ir) al colegio ayer.
A
he ido
B
fui
C
ha ido
D
fue

Slide 21 - Quiz

perfecto of indefinido
¿Tus amigos y tú ...................... (estar) en Madrid alguna vez?
A
has estado
B
estuviste
C
habéis estado
D
estuvisteis

Slide 22 - Quiz

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 23 - Quiz

¿Cuál de estos marcadores temporales no pertenece al imperfecto?
A
Siempre en verano....
B
En el verano del 2017....
C
Todos los veranos.....
D
Los veranos, cuando....

Slide 24 - Quiz

¿Indefinido o imperfecto?
Hace 3 años mi abuelo (ganar).........la lotería.
A
ganaba
B
ganabas
C
ganó
D
ganaste

Slide 25 - Quiz

¿perfecto, indefinido o imperfecto?
Cuando era joven yo (tocar) ........ la batería.
A
he tocado
B
toqué
C
tocaba
D
toco

Slide 26 - Quiz

Practicar las formas de los pasados

Slide 27 - Diapositive