Week 4, Lesson 1: adverbs and adjectives

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Week 4, Lesson

22 May 2023

Learning aim this week

Kun je in langere teksten op internet of in andere media informatie zoeken over thema’s binnen het eigen interessegebied.

Programme

1. Look back:  UNIT 6, Nature

2. Adverbs and Adjectives

-Let's review 

- Exercise 7 on p. 95; Self-test Ex. G p. 124; Catch up Ex. 1A p. 127

- Describing pictures

3. Let's check

Adverbs and adjectives

- Let's review 

- Exercise 7, p. 96; Self-test Ex. G p. 124; Catch up Ex. 1A p. 127

- Describing pictures

Tijdens de eerste 10 minuten is het binnenkomen / uitleg wat er die dag gebeurt

Adverbs/ Bijwoord

Een bijwoord zegt 

1. Hoe iets gebeurt.

John plays soccer well.

2. Hoe iets gedaan wordt

The chef cooks terribly. 

3. Ook een bijwoord iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord 

John is an extremely good player. 

4. Of een bijwoord dat al in de zin staat. 

John plays soccer extremely well. 

Adjectives/Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt wat iemand 

of iet is. 

The sleepy child is tired. 

John is a good player

The sound is terrible.

Adverbs/ Bijwoord and Adjectives/Bijvoeglijk naamwoord

1. Je vormt een bij woord door -ly achter een bijvoeglijk naamwoord te zetten. 

beautiful becomes beautifully

2. -e wordt -y

nice  -  nicely 

terrible  -  terribly

3. medeklinker -y wordt -ily

easy  -  easily

4. -ic wordt - ically

fantastic  -  fantastically

6. Good wordt well.  

Individual work

1. Get your Workbook and go to Exercise 7, p. 95. You have 5 minutes.

2. Continue to Self-test:  Exercise G on p. 124

and Catch up:  Exercise 1A p. 127. You have 5 minutes.

Programme

1. Look back:  UNIT 6, Nature

2. Adverbs and Adjectives

-Let's review 

- Exercise 7 on p. 95; Self-test Ex. G p. 124; Catch up Ex. 1A p. 127

- Describing pictures

3. Reflection/Assessment

Describing pictures

- Op het bord komt twee foto's.

- Bedenk zo veel mogelijk adjectives / adverbs en gebruik deze in zinnen.

- 2 zinnen per persoon (1 adjective, 1 adverb), 2 minuten per foto. 

Try to use the words on your Coursebook page 111

2 minuten uitleg

Reflection/Assessment

1. Get your phones

2. Go to Lesson-Up

3. Log-in with your real names please. 

4. Wait for the teacher to start the test.

What is an adverb (bijwoord)?

What's an adjective?

Hoe vonden jullie deze les?

Unit 6, Lesson 1

Present Perfect < > Past Simple

Individual work

1. Get your Workbook and go to Exercise 8, p. 96. You have 5 minutes.

2. Continue to GET AHEAD:  Exercise 9A and 9B on p.97

and Self-test:  Exercise D p. 123. You have 5 minutes.