Adjectives and adverbs

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

HV2C 

Adjectives and Adverbs 

Rules

• Always raise your hand if you want to ask or say something
  
• Listen to others
  
• Be respectful of others
  
• No phones
  

Planning 

• Grammar 
• Speaking 
• Pronunciation 
• Week tasks

What are Adjectives? 

• Bijvoeglijk Naamwoorden 
• Wordt gebruik om iets te zeggen over het Zelfstandig Naamwoord (Noun) 
• Jessica has a blue dress 

What are adverbs? 

• Bijwoorden
• Je gebruikt een bijwoord om iets te zeggen over een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord in de zin 
• This is an incredibly old tablet.

Spelling of Adverbs 

• ...le wordt -ly (Ex: Terrible - Terribly) 
• ...medeklinker + y  wordt -ily  (Ex: Angry - Angrily) 
• ...-ic wordt -ically  (Ex: Fantastic - Fantastically)  

Let op! 

To Be, To Seem, To Feel, To Look, To Smell, To Sound & To Taste

Na deze werkwoorden wordt een Adjective (Bijvoeglijk Naamwoord)  gebruikt 
The graphics look  beautiful.

Let op! 

Sommige Adverbs (Bijwoorden) hebben een onregelmatige vorm of dezelfde vorm als de Adjective (Bijvoeglijk Naamwoorden).

Speaking 

• Work in groups of two
• Make exercise 13: Spreekkaart 2 (p. 145 WB) en spreekkaart 8 (p.148WB)
• 5 minutes 

Vocabulary 

• Turn to page 31
• Repeat after me 

They live in a beautiful house.

"Beautiful" is a ...

1. Adjective (Bijvoeglijk Naamwoord)
2. Adverb (Bijwoord)

She always arrives early.

"always" is a ....

1. Adjective (Bijvoeglijk Naamwoord)
2. Adverb (Bijwoord)

He drives carefully.

"carefully"

1. Adjective (Bijvoeglijk Naamwoord)
2. Adverb (Bijwoord)

I met a homeless person in NY.

"Homeless"

1. Adjective (Bijvoeglijk Naamwoord)
2. Adverb (Bijwoord)