Uitleggen hoe je druk kan vergroten en verkleinen. Met een formule de druk berekenen.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.5 Druk
Lesdoel:
Uitleggen hoe je druk kan vergroten en verkleinen. Met een formule de druk berekenen.
Slide 1 - Diapositive
Voorkennis
Heb jij wel eens een scherp voorwerp in je lichaam gekregen ? Zo ja, welk ?
Slide 2 - Diapositive
druk
Bij een kleiner oppervlak hoort een grotere druk. Bij een groter oppervlak een kleinere druk.
Bij een grotere kracht hoort ook een grotere druk.
Slide 3 - Diapositive
Druk uitrekenen
Slide 4 - Diapositive
Pascal
Een andere eenheid van druk is Pascal (Pa)
Je komt deze eenheid ook tegen bij het weer als de luchtdruk wordt aangegegen.
Slide 5 - Diapositive
zoek de fout....
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Diapositive
Een kleinere druk
Slide 10 - Diapositive
belang lesdoel
Je messen slijpen als ze bot zijn.....
Iemand redden die door het ijs is gezakt.
Bij de toets zijn dit beste lastige sommen die wel veel punten opleveren.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Gebruik de begrippen 'oppervlak' en 'druk' in je antwoorden op de volgende vragen.
a Waarom een spijker een scherpe punt heeft.
b Waarom je schooltas altijd een brede schouderband heeft.
Slide 15 - Diapositive
Een pak suiker staat op tafel. Het pak meet 15 bij 10 bij 7 cm en heeft een massa van 1 kg.
a Bereken de zwaartekracht op het pak suiker?
Het pak ligt op de zijde van 15 bij 7 cm.
b Bereken de oppervlakte van die zijde.
c Bereken de druk op dit oppervlak.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Een pak suiker staat op tafel. Het pak meet 15 bij 10 bij 7 cm en heeft een massa van 1 kg. Het pak wordt op de zijde van 10 bij 15 cm gelegd.
Bereken de druk die het pak dan op de tafel uitoefent.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Een betonpaal (l = 40 cm, b = 40 cm en h = 4 m) staat op een betonnen vloer. De paal oefent een kracht op de vloer uit van 15 000 N. Bereken de druk die de paal op de vloer uitoefent: