9.5 druk

Druk
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Druk

Slide 1 - Diapositive

Kracht drukt op een groot oppervlak, de druk is klein
Kracht drukt op een klein oppervlak, de druk is groot
Druk

Slide 2 - Diapositive

Druk

Slide 3 - Diapositive

Druk

Slide 4 - Diapositive

Druk

Slide 5 - Diapositive

Pascal
Een andere eenheid van druk is Pascal (Pa)
Je komt deze eenheid ook tegen bij het weer als de luchtdruk wordt aangegegen.

Slide 6 - Diapositive

De formule voor druk is
A
P=F*A
B
P=A/F
C
P=F/A
D
P=A*F

Slide 7 - Quiz

Met naaldhakken aan is de druk op de vloer kleiner dan met gewone schoenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Een baksteen wordt op drie manieren op de vloer gezet.
De baksteen oefent steeds druk uit op de grond.
Wat kun je zeggen over de druk in deze 3 situaties?
A
De druk is bij 1 het grootst en bij 2 het kleinst.
B
De druk is bij 1 het grootst en bij 3 het kleinst.
C
De druk is bij 2 het grootst en bij 3 het kleinst
D
De druk is in alle drie de situaties even groot.

Slide 9 - Quiz

1.2: Botsen en druk 
Druk = de kracht die wordt uitgeoefend op een bepaald oppervlakte.





Slide 10 - Diapositive

Wat is de eenheid van dichtheid?
Dus waar drukken we dichtheid in uit?
A
mg/ml
B
cm3/g
C
g/cm3
D
km/dag

Slide 11 - Quiz

De druk wordt groter als de kracht groter wordt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

N/m2 = eenheid druk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz