Engels les 1

Unit 6 lesson 2
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Unit 6 lesson 2

Slide 1 - Diapositive

Today's planning:
Today's planning:
11:05 - 11:15: Lezen + weekplanning
11:15 - 11:35: Grammatica + vocab lesson 2
11:35 - 11:50: Begin maken aan de weekplanning
11:50 - 11:55: Aflsuiting

Slide 2 - Diapositive

IK 

JIJ 

HIJ  

ZIJ 

HET

WIJ

JULLIE 

ZIJ 
I
YOU
HE
SHE
IT
WE
YOU
THEY

Slide 3 - Question de remorquage

       AM, ARE, IS
Zo ziet het eruit op een tijdlijn.



-----------------------|-------------------------------------------X-------------------------
toekomst
nu
verleden
    AM, ARE, IS

Slide 4 - Diapositive

       AM, ARE, IS
Zo ziet het eruit op een tijdlijn.



-----------------------|-------------------------------------------X-------------------------
toekomst
nu
verleden
    am, are, is
Maar wat gebruik je hier?

Slide 5 - Diapositive

       AM, ARE, IS + WAS and WERE
Zo ziet het eruit op een tijdlijn.



-----------------------|-------------------------------------------X-------------------------
toekomst
nu
verleden
    AM, ARE, IS
   WAS and WERE
  gisteren, vorig jaar, vorige week

Slide 6 - Diapositive

was / were 
* Is de verleden tijd van  To be   (I am - he is - they are) 

I was                                I was not                        Was I....? 
you were                        you were not               Were you....?
he/she/it was              it was not                     Was he....? 
we were                         we were not               Were we.....? 
they were                      they were not              Were they.....?  

Slide 7 - Diapositive

WAS /WERE:
We...
A
was
B
were

Slide 8 - Quiz

WAS/WERE
You...
A
were
B
was

Slide 9 - Quiz

WAS/WERE
He...
A
were
B
was

Slide 10 - Quiz

WAS/WERE
They...
A
were
B
was

Slide 11 - Quiz

The past simple form of 'to be' is was and were.
When do we use was and when do we use were?
He ___________ late to school today!
But we __________ on time!
When I ________ a child I had a cat.
When you _________ a child you had a cat.
was
were
was
were

Slide 12 - Question de remorquage

Heb je nog vragen? Zo ja, wat is je vraag?

Slide 13 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Hoe?
Maak een begin aan de weekplanning 
Tijd
+/- 15 minuten 
Klaar?
Maak een begin aan de extra opdrachten
Zelfstandig werken
Rood
Stil
Oranje
Fluisteren
Groen
Overleggen
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive