meervoud zelfstandig naamwoord

Meervoud in het Nederlands
Veel zelfstandige naamwoorden worden in het Nederlands gevormd door -en.

Maar het meervoud - s komt ook vaak voor.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Meervoud in het Nederlands
Veel zelfstandige naamwoorden worden in het Nederlands gevormd door -en.

Maar het meervoud - s komt ook vaak voor.

Slide 1 - Diapositive

MEERVOUDEN

Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -en


lamp - lampen

mes - messen

weg - wegen

kaas - kazen

Slide 2 - Diapositive

Bal - ballen
Enkelvoud: Eindigt een woord op één klinker en één medeklinker?

Meervoud: Dan verdubbelt de medeklinker.

Slide 3 - Diapositive

Aap - apen
Enkelvoud: Eindigt een woord op twee klinkers en een medeklinker?

Meervoud: Er valt een klinker weg.

Slide 4 - Diapositive

Wat is het meervoud van:
de haak

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
de hut

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
de studie

Slide 7 - Question ouverte

De s>z en de f>v

woorden die eindigen -s of -f

in het meervoud meestal s>z   f>v


wens:  wensen   kaars:  kaarsen

grens:  grenzen   laars:  laarzen

fotograaf:  fotografen   filosoof: filosofen

staaf:  staven  sluis:  sluizen


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Meervoud zelfstandige naamwoorden
Je kan vaak horen of een woord eindigt op -en of -s. Schrijf op wat je hoort.
Let op: soms moet je een letter toevoegen, weglaten óf veranderen.




Meervoud op - en:
Paard - paarden. Kans - kansen.
Meervoud op - s:
Ezel - ezels, bureau - bureaus, shampoo - shampoos.

Slide 10 - Diapositive

Meervoud zelfstandige naamwoorden
PAS OP! ER ZIJN UITZONDERINGEN:

Meervoud op - ’s:
Wanneer een zelfstandig naamwoord eindigt op een 'lange' klinker, die je met één letter schrijft:
-a, -o, -u, -i of –y
Zoals bij opa’s, piano’s, paraplu's, ski's, pony's.


Slide 11 - Diapositive

Meervoud -s of -'s
A
babys
B
baby's

Slide 12 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
ballerina's
B
ballerinaas

Slide 13 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
garages
B
garage's

Slide 14 - Quiz

Meervoud -s of -'s
A
pianos
B
piano's

Slide 15 - Quiz


Meervoud van thema
A
themaas
B
themaa's
C
thema,s
D
thema's

Slide 16 - Quiz


Meervoud van horloge
A
horloge's
B
horloge-s
C
horloges
D
horlogees

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste spelling.

Meervoud van auto
A
auto's
B
autoo's
C
autos
D
auto-s

Slide 18 - Quiz

Wat is het meervoud van dvd?
A
dvd-s
B
dvds
C
dvd-en
D
dvd's

Slide 19 - Quiz