Examenvoorbereiding - Casus schoenengroothandel (WIS H1)

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

CASUS SCHOENENGROOTHANDEL

Examentraining

Irene Oosterwijk / Rinske Hokwerda

Vooraf

Om de vragen in deze casus goed te kunnen beantwoorden, bestudeer je eerst 

hoofdstuk 1 uit het boek WIS.

De volgende tekst staat op de website van een Nederlandse groothandel: 

Gebruik het 'loepje' om in te zoomen op de tekst.

Beantwoord nu de vragen op de volgende slides.

Onderwerpen die aan de orde komen zijn:

• (bewegingen in de) bedrijfskolom
  
• marktontwikkelingen en marktvormen

                                                                             Veel succes!

Teken de bedrijfskolom die een schoen doorloopt van oerproducent tot consument

veehouder

slachterij

opkoper

leerlooierij

leergroothandel

schoenenfabriek

groothandel

detailhandel

Geef in de bedrijfskolom aan welke schakels handelsschakels zijn en welke productieschakels.

veehouder

slachterij

opkoper

leerlooierij

leergroothandel

schoenenfabriek

groothandel

detailhandel

productieschakel

handelsschakel

handelsschakel

productieschakel

productieschakel

productieschakel

handelsschakel

handelsschakel

De veehouder behoort tot de:

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartiere sector

De slachterij behoort tot de:

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartiere sector

De opkoper van huiden behoort tot:

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartiere sector

De leerlooierij behoort tot de:

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartiere sector

De groothandel (in leer) behoort tot de:

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartiere sector

De schoenenfabriek behoort tot de:

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartiere sector

De schoenenwinkel behoort tot de:

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartiere sector

Uit welke informatie zou de informatiestroom van de groothandel uit de tekst naar de schoenenwinkel kunnen bestaan?

Uit welke informatie zou de informatiestroom van de detailhandel uit de tekst naar de groothandel kunnen bestaan?

De leerlooierij besluit het leer rechtstreeks aan de schoenenfabrikanten te leveren. Hoe zou jij een dergelijke beweging in de bedrijfskolom noemen?
Leg je antwoord uit.

Zou jij de groothandel uit de tekst een gespecialiseerde groothandel noemen of juist niet?
Leg uit waarom je dat denkt.

De groothandel uit de tekst besluit aan parallellisatie te gaan doen. Beschrijf wat er dan gebeurt.

Zou jij de groothandel uit de tekst een distribuerende groothandel noemen of een collecterende en waarom?

Geef een voorbeeld van productontwikkelingen in het assortiment van de groothandel uit de tekst.

Geef voor de groothandel uit de tekst een voorbeeld van klantontwikkelingen die invloed hebben op het assortiment.

Hoe zou jij de marktvorm typeren waarin de groothandel uit de tekst opereert?
Leg je antwoord uit.

Na het maken van deze casus, ben ik:

😒🙁😐🙂😃