beeldspraak

Inleiding beeldspraak
letterlijk taalgebruik/figuurlijk taalgebruik. 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBO

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Inleiding beeldspraak
letterlijk taalgebruik/figuurlijk taalgebruik. 

Slide 1 - Diapositive

Beeldspraak
  • Bij beeldspraak benoem je iets niet direct, maar gebruik je een beeld om iets of iemand te omschrijven. 
  • We noemen het ook wel figuurlijk taalgebruik.
       (eigenlijk zeg je het één, maar bedoel je iets anders!)

Slide 2 - Diapositive

"Een appeltje met hem schillen".


 "Ze werd aan de schandpaal  genageld"

Slide 3 - Diapositive

Filmpje

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent het ?

Slide 5 - Diapositive

"Hij krijgt een hoofd
als een biet"

Slide 6 - Carte mentale

"Zij lacht als een boer
met kiespijn"

Slide 7 - Carte mentale

"Iets aan je
laars lappen"

Slide 8 - Carte mentale

"Door een steeds
hogere hoepel
moeten springen"

Slide 9 - Carte mentale

"De kaboutertjes
gaan het betalen.."

Slide 10 - Carte mentale

Hebben jullie hier
nog vragen over ?

Slide 11 - Carte mentale

Taalblokken 
Je kunt nu weer zelfstandig aan de slag met taalblokken: 

  • Onderwerp en  hoofdgedachte 


Slide 12 - Diapositive