Gezondheidszorg in Nederland

Gezondheidszorg in Nederland 
Gevaarlijke ziektes
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Gezondheidszorg in Nederland 
Gevaarlijke ziektes

Slide 1 - Diapositive

In deze les leer je:
  1. Welke gevaren waren er voor arbeiders in de 19de eeuw?
  2. Welke maatregelen nam de overheid om de volksgezondheid te verbeteren?

Slide 2 - Diapositive

Intro
- Eind 19e eeuw ontdekte men dat hygiëne belangrijk was voor de gezondheid; 
- Huizen werden aangesloten op het riool;
- Als je nog niet was aangesloten kwam deze kar.

Slide 3 - Diapositive

Hoe verspreidden gevaarlijke ziektes zich? Denk ook aan Covid-19.

Slide 4 - Question ouverte

Gevaarlijke ziektes
- Meeste arbeiders leefden in de 19e eeuw in de steden;
- In kleine, vochtige donkere huizen;
- Ze haalden water uit de vieze grachten en de lucht was erg vervuild. 
- Cholera, dysterie

Slide 5 - Diapositive

Leefomstandigheden in de 19e eeuw
- Niet erg schoon
- Veel mensen dicht op elkaar
- Geen schoon water 
- Geen goed riool of toilet
- Veel vocht, geen verwarming
- Eenzijdige voeding (aardappels en brood)
- Strenge winters
- Zware arbeid, lange werktijden, eentonig werk
- Onvoldoende kennis bij artsen

Slide 6 - Diapositive

Cholera epidemieën 1830 - 1860
- Gevaarlijke besmettelijke ziekte;
- Wat is een epidemie?
- Ontstaan door vervuild water;
- Symptomen: braken, diarree, buikpijn. Veel vochtverlies;
- Ook ziekten zoals: de vliegende tering;
- Oplossing: betere hygiëne voor iedereen.

Slide 7 - Diapositive

De overheid grijpt in

Slide 8 - Diapositive

Preventieve maatregelen
- De epidemieën bedreigden niet alleen de arbeiders, maar de hele bevolking;
- De overheid nam preventieve maatregelen. 
Wat betekent preventief?

Slide 9 - Diapositive

Welke preventieve maatregelen werden er genomen?

Slide 10 - Question ouverte

Preventieve maatregelen
- De epidemieën bedreigden niet alleen de arbeiders, maar de hele bevolking;
- De volgende preventieve maatregelen werden genomen

  1. Aanleggen van riolering en waterleidingen;
  2.  Artsen en verpleegkundigen gingen hygiënischer werken;
  3. Wijkverpleegkundigen gaven voorlichting over ziektes in arbeiderswijken;
  4. Aanname Woningwet - krotwoningen werden gesloopt (snel gebouwd dus: haastige spoed.....)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Vóór de Woningwet...
...na de Woningwet

Slide 13 - Diapositive

Veranderingen
- De woon- en leefomstandigheden verbeterden;
- Betere opleidingen in de gezondheidszorg:
  1.  Artsen naar de universiteit;
  2. In 1921 ook een opleiding speciaal voor verpleegkundigen;
  3. In 1926 een aanvullende opleiding voor kraamzorg;
- Verpleegkundigen moesten nu ook een diploma hebben;
- Behandeling van zieken werd professioneler, het sterftecijfer daalde.

Slide 14 - Diapositive

Het ziekenfonds
- Niet iedereen kon medische zorg betalen;
- In 1940 begon het ziekenfonds;
- Een verplichte verzekering voor gezondheidszorg,     vooral bedoeld voor mensen met lage inkomens.

Hoe was het tot voor kort in de VS geregeld?

Slide 15 - Diapositive

Hoe kan het dat de lucht vervuild was in de 19e eeuw?

Slide 16 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit wat een epidemie is.

Slide 17 - Question ouverte

Wat werd er gebruikt om brood op te vullen?
A
Tarwemeel
B
Suiker
C
Zaagsel
D
Zand

Slide 18 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat de Woningwet inhoudt.

Slide 19 - Question ouverte

In welk jaar opende een opleiding speciaal voor verpleegkundigen?
A
1926
B
1921
C
1923
D
1928

Slide 20 - Quiz

Noem 3 leefomstandigheden die bijdroegen aan de verspreiding van ziektes

Slide 21 - Question ouverte

Waardoor daalde het sterftecijfer?
A
De hygiëne was verbeterd dus mensen werden ouder
B
De behandeling van zieken werd professioneler
C
Mensen leefden langer omdat ze minder gingen werken

Slide 22 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat het ziekenfonds is

Slide 23 - Question ouverte

Noteer hier je drie vragen.

Slide 24 - Question ouverte

Ik weet nu veel meer over gevaarlijke ziektes.
Ja
Nee

Slide 25 - Sondage

Nieuwe uitvindingen en nieuwe zorg

Slide 26 - Diapositive

Vorige lessen
(6.1 + 6.2)

Slide 27 - Carte mentale

Wat had je kunnen noemen?
  • De slechte leefomstandigheden in de 19e eeuw;
  •  De cholera epidemieën;
  • Preventieve maatregelen tegen epidemieën;
  • De Woningwet;
  • Opleidingen voor verpleegkundigen en kraamzorg;
  • Het ziekenfonds

Slide 28 - Diapositive

Na de oorlog

  • Veel mensen hadden medische zorg nodig na de oorlog;
  • Waarom?
  • Gek genoeg, had de oorlog veel positieve gevolgen voor de gezondheidszorg;
  • Nieuwe medicijnen en behandelmethodes uitgevonden;
  • Bijvoorbeeld: Penicilline;
  • Een medicijn tegen infectieziektes, zoals longontsteking. 

Slide 29 - Diapositive

Nieuwe apparaten
  • Er werden nieuwe apparaten uitgevonden;
  • Bijvoorbeeld om hartafwijkingen op te sporen;
  • Ziekenhuizen kregen gespecialiseerde afdelingen zoals de intensive care, cardiologie en een babyafdeling met couveuses;
  • Op die afdelingen werkten gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen.

Slide 30 - Diapositive

Gezinszorg
  • Eind jaren 50 kwam er ook gezinszorg;
  • In de jaren 60 kwam er gespecialiseerde ouderenzorg; 
  • Dit kon thuis of in verzorgingstehuizen;
  • Nieuwe opleidingen voor de verzorging van zieken, ouderen en gehandicapten;
  • De volksgezondheid verbeterde enorm. 

Slide 31 - Diapositive

Steeds duurder

  • Alle verbeteringen kostten wel steeds meer geld;
  • Maatregelen om de kosten van de gezondheidszorg onder controle te krijgen;
  • Alle Nederlanders zijn verplicht verzekerd via een zorgverzekering;
  • Die verzekering vergoedt niet alles, sommige dingen moet je zelf betalen.
  • Bron 5 pagina 81 

Slide 32 - Diapositive

Opdracht
  • Bedenk zelf 6 toets vragen over paragraaf 6;
  • 2 meerkeuzevragen en 4 open vragen;
  • Maak ze niet te makkelijk;
  • Wissel wanneer ik het zeg je vragen uit met je buurman/buurvrouw;
  • Maak de vragen en kijk daarna samen na. 

Slide 33 - Diapositive