Mariken van Nieumeghen

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 240 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je meer van de middeleeuwen en de middeleeuwse literatuur.
Je kunt een presentatie maken en geven.
Je weet wie Mariken van Nieumeghen is en je kunt vragen beantwoorden over het verhaal.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog van de middeleeuwen?

Slide 3 - Carte mentale

Middeleeuwen
  • Ongeveer van 500 (val van Romeinse Rijk) tot 1500 (renaissance, hernieuwde interesse in klassieke oudheid)
  • 'Tussenperiode' tussen twee beschavingen > verval
  • Toch nog belangrijke uitvindingen, zoals de zandloper, bril en stijgbeugels
  • Standenmaatschappij: geboorte bepaalde je stand. 1: geestelijkheid, 2: adel, 3: boeren.

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je nog van Reinaert de Vos?

Slide 5 - Question ouverte

Groepsopdracht
- Op de volgende slide staan  7 vragen die betrekking hebben op de middeleeuwen.
- In een groepje ga je deze 7 vragen beantwoorden en van deze vragen maak je een presentatie van maximaal 2 minuten. De presentatie kan gemaakt worden in Powerpoint, Prezi of een andere tool waarin je kunt presenteren.
- Aan het eind van de les presenteren jullie de antwoorden op de vragen aan de klas.

Slide 6 - Diapositive

Groepsopdracht
1.    Welke taal werd in de middeleeuwen gesproken in de Lage Landen en wat zijn kenmerken van deze taal?
2.    Welke verhaalsoorten waren er in de middeleeuwen? Vertel er iets over.
3.    Wat kun je vinden over rederijkerstoneel?
4.    Wat zijn kenmerken van literatuur in de renaissance?
5.    Wat is de rol van de duivel in de middeleeuwen?
6.    Wat kun je vinden over de rol van de rooms-katholieke kerk in de middeleeuwen?
7.    Wat kun je vinden over de boekdrukkunst in de middeleeuwen?


timer
25:00

Slide 7 - Diapositive

Presentaties
Korte presentatie van 2-3 minuten waarin je de rest van de klas uitlegt hoe het zit.


Slide 8 - Diapositive

Les 2
  • Groepspresentaties
  • Uitleg Mariken
  • Quizvragen over uitleg
  • Klassikale bespreking

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Mariken van Nieumeghen
  • 1500 (overgangsfase)
  • Schrijver?
  • Mirakelspel
  • De rol van de kerk
  • Toneelstuk of verhaal?
  • Thema
  • Historische werkelijkheid

Slide 11 - Diapositive

Mariken van Nieumeghen is het enige mirakelspel dat bewaard is gebleven uit onze middeleeuwen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Toneel werd nooit gebruikt in kerkdiensten.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

De resten van het Wittevrouwenklooster waar Mariken haar laatste jaren doorbracht, zijn te zien in Stadsschouwburg De Vereeniging in Nijmegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Hoeveel jaar was Mariken samen met Moenen?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 15 - Quiz

Wat waren de gevolgen voor de mens in relatie tot de kerk rondom het sterke geloof in de duivel?

Slide 16 - Question ouverte

In welke culturen speelt de duivel tegenwoordig nog een grote rol?

Slide 17 - Question ouverte

Les 3 & 4
Lezen

Slide 18 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je meer van heksenvervolging in de middeleeuwen.
Je weet wie de hoofdpersonages zijn in Mariken van Nieumeghen.
Je kunt een bewerking maken van hfd 7.
Je kunt samenwerken.

Slide 19 - Diapositive

 De slimste leerling van de klas....
Mariken van Nieumeghen stamt uit de tijd dat heel West - Europa in de ban was van heksen.
Wat weet jij van heksen? Overleg met je buurman en buurvrouw en schrijf 5 woorden op die te maken hebben met heksenvervolging in de middeleeuwen.
De docent maakt aan het eind de juiste woorden bekend...

Slide 20 - Diapositive

Pact met de duivel
Brandstapel
Waterproef
Heksenwaag
Vrouwen


Slide 21 - Diapositive

Inleiding verhaal
Het weesmeisje Mariken wordt door haar oom, de priester Gijsbrecht, voor boodschappen naar de grote stad Nijmegen gestuurd. Omdat ze niet voor het donker weer thuis kan komen, vraagt ze onderdak bij haar tante, een kwaadaardig wijf dat haar voor slet uitscheldt en haar onderdak weigert.

Slide 22 - Diapositive

Je gaat de komende 15 minuten Hfd 1 t/m 4 zelfstandig lezen.
Kijk ook naar het origineel aan de rechterkant en noteer per hoofdstuk 2 woorden die je opvallen.

Slide 23 - Diapositive


Wie zijn de hoofdpersonages in de eerste 4 hoofdstukken?

Slide 24 - Question ouverte

Welke woorden heb je genoteerd tijdens het lezen van hoofdstuk 1 t/m 4?

Slide 25 - Question ouverte

Hdst 5 en 6 worden voorgelezen...

Slide 26 - Diapositive

Emmy en Moenen reizen naar Antwerpen en belanden in café In den Boom. Daar ontmoeten ze twee stamgasten. 
Opdracht:
Je maakt in groepjes van vier een eigen bewerking van hoofdstuk 7. 
Je bent enigszins vrij om de vorm te kiezen. 
Een aantal zaken dient wel terug te komen, namelijk:
  • De plek waar de scène zich afspeelt
  • Welke kunsten heeft Moenen aan Emmy geleerd? 
  • Een gedeelte van het gedicht dat Emmy of Moenen voordraagt

Slide 27 - Diapositive

Lees in viertallen hoofdstuk 7 door.
Bepaal welke vorm je wilt gaan kiezen voor de scène. Jullie mogen gaan vloggen, een toneelstukje opnemen, een krantenartikel schrijven, een social media-account openen, een stripje maken – wees vooral creatief.
Denk om de onderdelen die erin terug moeten komen.

Hoe ga je te werk?

Slide 28 - Diapositive

Les 5 en 6
  • Literatuur in de middeleeuwen
  • Middelnederlands
  • Vertalen

Slide 29 - Diapositive

Lesdoelen
Je weet wat er met  Rederijkersliteratuur wordt bedoeld.
Je begrijpt dat het Nederlands door de eeuwen is veranderd.

Slide 30 - Diapositive

Literatuur in de middeleeuwen
  • Rijm
  • Luisteren
  • Middelnederlands
  • Andere woorden
  • Dubbele ontkenningen
  • Klanken

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Met welk voorbeeld kun je de tekst van Mariken waarschijnlijk vergelijken?
A
fragment van 500 jaar geleden
B
fragment van 1000 jaar geleden
C
fragment van 1500 jaar geleden

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive

Rederijkersliteratuur
1. Het refrein: gedicht met meerdere strofen met aan het slot van iedere strofe een 'stokregel'
2. Rondeel: het gedicht loopt rond en de regels vormen een cirkel. Een rondeel bestaat meestal uit acht regels waarvan de eerste twee ook de laatste twee zijn, en de eerste regel bovendien herhaald wordt in de vierde. Het is een rijmend gedicht van 8 regels waarin versregels 1, 4 en 7 hetzelfde zijn, net als versregels 2 en 8.
3. Aldicht: alle woorden van een regel rijmen op alle woorden van de volgende regel. 
4. Retrograde: dit gedicht kun je probleemloos van achter naar voren lezen.

Slide 36 - Diapositive

RONDEEL

 

Die gheen pluymen kan en can strijcken 1
Die en dooch ter werelt niet 2
Is hy aerm, hy en sal niet rijcken
Die gheen plymen kan en can strijcken 4
Alomme soe heeft hy 't achterkijcken
Hy wordt verschouen waer men hem siet
Die gheen pluymen en can strijcken 7
Die en dooch ter wereldt niet. 8


Anthonis de Roovere

Slide 37 - Diapositive

1
4
7
2
8

Slide 38 - Diapositive

aldicht
Rederijkersgedicht dat zo gebouwd is dat alle woorden die in de verschillende versregels op een overeenkomstige plaats staan, met elkaar rijmen. Hieronder twee voorbeelden van dergelijke verzen uit Matthijs de Casteleins Const van rhetoriken (1555):
Lacht dy sat. Tstick valt coen.
Wacht my dat. Ick zalt doen.
('Rondeelen, van allen soorten: van drie syllaben', p. 63)
Voord, zijd, niet, moe: wild, my, saen, versinnen;
Hoord, zwijd, siet, toe: stild, wy, gaen, beghinnen.
('Al dicht, oft van woordt te woorde', p. 29)
Lit: S.A.P.J.H. Iansen, Verkenningen in Matthijs Casteleins Const van rhetoriken (1971).

Slide 39 - Diapositive

retrograde oftewel kreeftdicht

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Opdracht
Bedenk net als de Rederijkers een gedicht die voldoet aan een van de volgende kenmerken:

1. Het refrein: gedicht met meerdere strofen met aan het slot van iedere strofe een 'stokregel'
2. Rondeel: het gedicht loopt rond en de regels vormen een cirkel. Een rondeel bestaat meestal uit acht regels waarvan de eerste twee ook de laatste twee zijn, en de eerste regel bovendien herhaald wordt in de vierde.
3. Aldicht: alle woorden van een regel rijmen op alle woorden van de volgende regel.
4. Retrograde: dit gedicht kun je probleemloos van achter naar voren lezen.

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Huiswerk: zelfstandig lezen hfd 8 t/m 11

Slide 44 - Diapositive

Les 7 en 8
  • Literatuur in de middeleeuwen
  • Hfd 12 en 13 lezen
  • Terugkoppeling naar de Geestelijke literatuur

Slide 45 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt de personages uit Mariken van Nieumeghen karakteriseren. 
Je weet wat er met geestelijke literatuur wordt bedoeld.
Je weet wat er in je portfolio gaat  en wat dit betekent voor je PTA.

Slide 46 - Diapositive

Op welke manier speelt volgens jou de kerk een rol in Mariken van Nieumeghen?

Slide 47 - Question ouverte

Lezen hfd 12 en 13

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Vidéo

Opdracht:
Lees nu in tweetallen het slot van het verhaal (hoofdstuk 14 en 15.)
Maak samen  een mindmap waarbij Emmy/ Mariken, Moenen, oom en tante ieder een plek krijgen op het vel papier. 
Geef per karakter weer wie ze zijn en wat hun rol in het verhaal is.
Hoe verhoudt het goed en kwaad zich in deze personages? Denk hierbij aan de geestelijke literatuur...

Slide 50 - Diapositive

Eindopdracht
Hoe zie jij Mariken? Verwerk hierin de volgende thema’s: liefde/religie/familie/zondig-vroom/
Ga aan de slag met bijvoorbeeld:
Instagramaccount
Datingprofiel
Nieuwsbericht
Filmpje
Stripverhaal
Etc... Wees creatief en verras ons!!!!!!!!!



Slide 51 - Diapositive

Tot slot
Tot slot:

Wat gaat in je portfolio:
  • De presentatie uit les 1 en 2
  • Bewerking van les 7
  • Rederijkersliteratuur:                                een  zelfgemaaktgedicht
  • Foto van de mindmap
  • De eindopdracht

Slide 52 - Diapositive