Les 9, grammaire et écrire, salut c'est moi (h1a)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H1A

Bonjour classe!

09-10-23

Koppel je laptop aan deze LessonUp!

C'est lundi aujourd'hui

Le programme:

- Absentie

- Uitspraaktoets tekst Au camping 

- Korte test vocabulaire A,B + phrases-clés C

- Grammatica D

Est-ce que tout le monde est présent?

- Is iedereen aanwezig? Wie missen we?

Saar en Elijah: SO inhalen

Wanneer? A.s. donderdag 1e uur in lokaal 115

Ik stuur je ook een mail ter herinnering

Volgende week maandag en dinsdag uitspraaktoets tekst Au camping blz. 23

Wat? Om de beurt komt er een leerling bij mij en dan lees je de tekst voor uit mijn boek. Je wordt beoordeeld op je uitspraak. In de online methode van Grandes Lignes kun je het tekstje zo vaak luisteren als je wilt. Doe dit ook!

Op maandag komen zoveel mogelijk leerlingen aan de beurt. Overige leerlingen doen de uitspraaktoets op dinsdag

Tips voor de uitspraaktoets

- Luister het audiofragment online goed. Let hierbij op de uitspraak, de woorden die je anders uitspreekt dan hoe je het schrijft en let op de letters die niet worden uitgesproken!

- Oefen hardop met het voorlezen van de tekst

Waar kun je het audiofragment vinden van de tekst Au camping?

- WORD-document

Dit bestand mail ik naar jullie en is ook te vinden in de studiewijzer op Magister en het staat bij het huiswerk van volgende week maandag!

Check: leren vocabulaire A,B en phrases-clés C

- Hoe gaat het met leren? Houd het bij!

- Hoe leer je de woorden en zinnen? --> Slim stampen?

Einde v/d periode repetitie!!

De woorden en zinnen leer je beide kanten op 

Korte overhoring:

Steek je vinger op als je de vertaling weet

Het zwembad

=

Het zwembad

= 

La piscine

Bien

= 

Bien

=

Goed

De broer

= 

De broer

=

Le frère

Pourquoi

=

Pourquoi

= 

Waarom

Hallo, hoe gaat het?

=

Hallo, hoe gaat het?

=

Bonjour, ça va?

Grammaire D

De lidwoorden de, het en een

Startopdracht

Choisis la bonne réponse

Wat betekent dit?

Wat is juist?

1. Le garçon
2. La garçon

Wat is juist?

1. Le frère
2. La frère

Wat is juist?

1. Le fille
2. La fille

Wat is juist?

1. Le soeur
2. La soeur

Uitlegvideo 

De lidwoorden de en het

(blz. 32)

Even oefenen...

Kies:
Le /La / L'camping (m) s'appelle Le Soleil

1. Le camping
2. La camping
3. L'camping

Kies:
On est dans le / la / l' grande tente (v).

1. Le grande tente
2. La grande tente
3. L'grande tente

Kies:
Gabriel est le / la / l' ami (m) de Jules.

1. Le ami
2. La ami
3. L'ami

Kies:
Il est dans le / la / l' caravane (v).

1. Le caravane
2. La caravane
3. L'caravane

Kies:
Il adore le / la / les saucisses (v).

1. Le saucisses
2. La saucisses
3. Les saucisses

Uitlegvideo

Het lidwoord een

(blz. 33)

Ruim je laptop op, deze heb je niet meer nodig!

Klassikaal aan de slag

Wat? Exercice 17C à la page 33

--> Écoute et choisis un  ou une

Aan de slag met het huiswerk:

Wat? Exercice 16D, 17A

Op welke manier? Je maakt de opdrachten alleen 

Hulp? Steek je vinger op, dan kom ik langs

Aan de slag met het huiswerk:

Wat? Exercice 17D en 18

Op welke manier? Je maakt de opdrachten alleen 

Klaar? Maak exercice 17E

Hulp? Steek je vinger op, dan kom ik langs

Huiswerk volgende les (volgende week maandag)

- NEEM OORTJES / KOPTELEFOON + VOLLE LAPTOP MEE

(Af)maken exercice 16D, 17A, 17D en 18

- Leren vocabulaire A + B & phrases-clés C

Morgen valt de les uit