Motiverende gespreksvoering

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 4

aanvulling

Wat zie je hier?

Wat zie je hier

1. Gingivitis
2. Tandsteen
3. Plaque
4. Parodontitis

Wat zie je ?

1. Tandsteen
2. Teruggetrokken tandvlees
3. Parodontitis
4. Plaque

Wat is kenmerkend bij parodontitis?

Waar bestaat tandplaque uit?

1. Water
2. Bacteriën
3. Voedselresten
4. Speekseleiwitten

Waardoor ontstaat gingivitis meestal?

Hoe noem je tandsteen onder het tandvlees?

1. Subgingivaal
2. Supragingivaal

Opdracht

Leg in je eigen woorden uit wat gingivitis is hoe het ontstaat en wat je er tegen kunt doen.

Stuur dit audiobetand naar mij:0651436295

Opdracht

Wat vond je van het filmpje?

Waarom krijgt die man opeens wel geld?

Lever in: [e-mail]

Opdracht

Beschrijf een situatie in de praktijk waarin je last had van ruis.

Lever in.

Opdracht

• Beschrijf jouw manier van communicatie.
• Denk daarbij aan je houding en mimiek, openheid.
• Wat vind je goed en wat zou je anders willwn/kunnen?

Lever in.

Vormen van communicatie

Verbaal 

Nonverbaal (is het grootste gedeelte).

Ben jij je altijd bewust van je nonverbale communicatie?

Aanvulling

Aanvulling

Wat betekent Tell Show Do

Aanvulling

Bekijk nu het eerste filmpje wat je van mij hebt ontvangen via whats app.

Niet het filmpje van Piscilla.

Opdracht

• Vergelijk beide filmpjes
• Wat valt je op?
• Wat zijn de grootse verschillen?

Lever in.

Bekijk nu het tweede filmpje. Deze is van Priscilla.

Maak de vragen en lever ze in.

Beantwoord de vragen en lever ze in.

1. Klopt de inhoud van de insructie? Ja of nee en leg uit.
2. Is dit een motiverend gesprek? Ja of nee en leg uit.
3. Is de insructie duidelijk? Ja of nee en leg uit.
4. Hoe weet Priscilla of de patient het goed begrepen heeft?
5. Waarom krijgt deze patient een instructie?
6. Wat vind je van het advies van de houten stoker?
7. Omschrijf de houding van Priscilla.
8. Wat valt je nog meer op in het algemeen.
   

Aanvulling

Aanvullen

Aanvulling

Luisteren en interpreteren

Luister goed!!

Kees

Luiteren en interpreteren

1. Hoe laat ging de wekker? 
2. Rende Kees direct naar beneden om thee te zetten? 
3. Heeft Kees de tijd genomen om zich te douchen?
   
4. Woont hij in een flat of een eengezinswoning?
5. Werd hij na zijn ontbijt door zijn vrouw en kinderen gekust?
6. Ging Kees vol stress naar zijn werk?
   

Hoe ging het?

Aanvulling