oefening grammatica blok 1 en 2

Lezen in leesboek
timer
10:00
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen in leesboek
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • lezen
  • grammaticaquiz
  • uitleg 
  • spel
  • afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Grammatica blok 1

Slide 3 - Diapositive

doelen
Aan het einde van de les kan ik:
- de persoonsvorm vinden in een zin
- zinsdeelstrepen zetten
- het werkwoordelijk gezegde vinden
- het onderwerp vinden
- het lijdend voorwerp vinden
- weet ik wat een bezittelijk vnw, wederkerend en wederkerig vnw is.

Slide 4 - Diapositive

Redekundig ontleden
Zinsdelen benoemen

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn de stappen van zinsontleding

Slide 6 - Question ouverte

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 7 - Quiz

Zinsdeelstrepen:
Haar neef verbouwde die oude schuur.
A
Haar neef / verbouwde / die oude schuur.
B
Haar neef / verbouwde / die / oude schuur.
C
Haar / neef / verbouwde die oude schuur.
D
Haar neef / verbouwde / die oude / schuur.

Slide 8 - Quiz

Zinsdeelstrepen:
Zijn broertje maakte die lastige breuken zonder fouten.
A
Zijn broertje maakte / die / lastige / breuken /zonder / fouten.
B
Zijn / broertje / maakte die lastige / breuken zonder / fouten.
C
Zijn broertje / maakte / die / lastige breuken zonder fouten.
D
Zijn broertje / maakte / die lastige breuken / zonder fouten.

Slide 9 - Quiz

Zinsdeelstrepen:
Onze hond verslond deze lekkere brokken zonder problemen.
A
Onze / hond verslond /deze lekkere / brokken zonder / problemen.
B
Onze hond / verslond / deze lekkere brokken zonder problemen.
C
Onze hond / verslond / deze lekkere brokken / zonder problemen.
D
Onze / hond / verslond / deze / lekkere brokken zonder / problemen.

Slide 10 - Quiz

De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Het werkwoordelijk gezegde is:
De scheidsrechter heeft een rode kaart uitgedeeld.
A
heeft
B
heeft uitgedeeld
C
uitgedeeld
D
de scheidsrechter heeft

Slide 12 - Quiz

Het antwoord op de vraag:
wie / wat + gezegde is het......
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 13 - Quiz

Het antwoord op de vraag:
wie / wat + gezegde + onderwerp is het.....
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 14 - Quiz

In elke zin staat een lijdend voorwerp
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 16 - Quiz

Peter schenkt zijn docent een kopje koffie in
"Peter" =
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 17 - Quiz

Peter schenkt zijn docent een kopje koffie in
"zijn docent"=
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 18 - Quiz

Peter schenkt zijn docent een kopje koffie in
wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
schenkt
B
Peter schenkt
C
schenkt een kopje koffie
D
schenkt in

Slide 19 - Quiz

Taalkundig ontleden
Woordsoorten benoemen

Slide 20 - Diapositive

Maak met het werkwoord 'hebben' een zin waarin dit ww een zww is.

Slide 21 - Question ouverte

Maak een zin met 'hebben' waarin dit ww een hww is.

Slide 22 - Question ouverte

Je moet ZIJN werkstuk niet met het mijne verwisselen.
A
eerste persoon enkelvoud
B
tweede persoon enkelvoud
C
derde persoon enkelvoud
D
eerste persoon meervoud

Slide 23 - Quiz

Je moet zijn werkstuk niet met het MIJNE verwisselen.
A
eerste persoon enkelvoud
B
tweede persoon enkelvoud
C
derde persoon enkelvoud
D
vierde persoon enkelvoud

Slide 24 - Quiz

De woorden die je net moest benoemen zijn....

Slide 25 - Question ouverte

Wederkerend
voornaamwoord

Slide 26 - Carte mentale

Wederkerig voornaamwoord
= ELKAAR 

verwijst naar meer personen.

Slide 27 - Diapositive

TIK TAK BOEM- SPEL

Slide 28 - Diapositive

Afsluiting
Wat vonden jullie van de les? Eerlijk!

Slide 29 - Diapositive