3.4+3.5 Landschapszones

3.4+3.5 Landschapszones




H2 Klimaat en landschap
Domein Aarde
H4
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.4+3.5 Landschapszones




H2 Klimaat en landschap
Domein Aarde
H4

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Je weet de kenmerken van de tropische en aride landschapszones. 
  • Je begrijpt dat landschappen zeer divers zijn, dat verschillen binnen landschapszones groot kunnen zijn en dat grenzen tussen landschapszones geleidelijke overgangen zijn. 
  • Je kunt aan de hand van kaarten het verband uitleggen tussen klimaatgebieden, landschapszones en vegetatiezones voor de tropische en aride gebieden.
  • Je weet de kenmerken van de subtropische, gematigde, boreale en polaire landschapszones.
  • Je kunt aan de hand van kaarten het verband uitleggen tussen klimaatgebieden, landschapszones en vegetatiezones voor de subtropische, gematigde, boreale en polaire gebieden.

Slide 2 - Diapositive

Werk de slider zelfstandig door
Gebruik als bronnen:
- paragraaf 4 en 5 van je lesboek
- de Bosatlas

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Klimaatgebieden, Bosatlas editie 54 222, editie 55, 244

Slide 5 - Diapositive

Bosatlas:    Editie 54: 219D & 222
                     Editie 55: 241D & 245 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Noteer 5 kenmerken van de tropische zone?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Noteer 5 kenmerken de aride zone?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Noteer 5 kenmerken van de Subtropische zone?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Noteer 5 kenmerken van de Gematigde zone?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Noteer 5 kenmerken van de Boreale zone?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Noteer 5 kenmerken van de Polaire zone?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Vat zelf in ongeveer 100 woorden samen wat vooral belangrijk is aan paragraaf 4 en 5

Slide 20 - Question ouverte