Nu Nederlands 3F Lezen 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands 

* Licentie 

* Laptop en oplader

* Geen oortjes/ telefoons e.d. 

* Huiswerk

* Studieplanner

* Toetsen 

* Herkansingen

           Lezen 1

                                   Nu Nederlands 3F

Doel van de les

1.1 Je herkent het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst 

Het onderwerp van een tekst

 één woord of in een aantal woorden waar de tekst over gaat

 nooit een hele zin

 je kunt het onderwerp vaak al uit de titel halen

 vaak wordt het onderwerp letterlijk herhaald in de tekst

De hoofdgedachte van een tekst

 in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst

 geeft antwoord op de vraag: wat zegt de schrijver over het onderwerp?

 vind je vaak in de inleiding van een tekst

 bij langere artikelen meestal in het slot van de tekst

0

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?

Vraag 1: wat is het onderwerp?

1. A. Een dagprogramma in de gevangenis.
2. B. Iedereen van zijn werkzaal begint op dat moment en ze werken door tot half twaalf.
3. C. Om half twaalf gaan alle gevangenen terug naar hun cel.
4. D. Het programma van Ad begint om half acht. Dan staat hij op en eet hij een boterham.

2. Wat is de hoofdgedachte?

A. Om half 12 gaan alle gevangen terug naar hun cel.

B. Het programma van Ad begint om half acht. Dan staat hij op en eet hij een boterham.

C. Niet alle gevangen hebben hetzelfde dagprogramma.

D. Iedereen van zijn werkzaal begint op dat moment en ze werken door tot half twaalf.

Vraag 2: wat is de hoofdgedachte?

1. Om half 12 gaan alle gevangen terug naar hun cel.
2. Het programma van Ad begint om half acht. Dan staat hij op en eet hij een boterham.
3. Niet alle gevangenen hebben hetzelfde dagprogramma.
4. Iedereen van zijn werkzaal begint op dat moment en ze werken door tot half twaalf.

Vraag 3: wat is het onderwerp van de tekst?

1. Communicatie-technologieën
2. Mark Zuckerberg
3. Telepathisch sociaal network
4. Vraag- en antwoordsessie van Facebook

Vraag 4: wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

1. De ultieme communicatietechnologie.
2. Mark Zuckerberg droomt van toekomst waarin mensen elkaars gedachten kunnen lezen.
3. Privacy-nachtmerrie uit een roman.
4. Als je aan iets denkt, kunnen je vrienden dat ook.

Aan de slag

Nu Nederlands - inloggen

Lez 1

Maak opdracht 1, 2 en extra opdracht 1 en 2

Lez 1 -> 1.2

Doel van de les:

Je weet wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken en voor wie de tekst bedoeld is.

Uitleg 

- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK

Doel: wat wil de schrijver met zijn tekst bereiken?

Sommige teksten hebben meerdere doelen, maar meestal is er één hoofddoel.

Publiek: voor wie is de tekst bedoeld? Wie leest de tekst?
De schrijver past zijn taalgebruik en de stijl van de tekst aan aan het publiek.

Welke tekstdoelen ken je?

Voorbeeld

Twee teksten over onderwerp ‘namaakmerkkleding’:

1 Ingezonden brief waarin wordt gepleit voor een hardere aanpak van producenten van namaakkleding

 Doel: overtuigen

 Publiek: krantenlezers (breed publiek)

2 Blog op reiswebsite met tips over goedkoop namaakkleding kopen in India

 Doel: informeren

 Publiek: reizigers

Welk hoofddoel hebben deze tekstsoorten?

brochure studiefinanciering

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. overhalen

bijsluiter aspirines

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. overhalen

Welk doel hoort bij de volgende tekstvormen?

Informeren

Instrueren

overhalen

Overtuigen

Aan de slag!

Lezen ( Lez 1 )

1.2 Doel en publiek

Opdracht 1 en 2

Dan kies je één van de extra opdrachten om te maken 

1.3 Betrouwbaarheid van een tekst

Doel van de les:

Je kunt inschatten of de informatie in een tekst betrouwbaar is

Het onderwerp van een tekst lees je...

1. in één hele zin.
2. in 1 of een paar woorden.

De hoofdgedachte:

1. Wat zegt de schrijver over het onderwerp?
2. Waar gaat de tekst over?

Het onderwerp vind je vaak...

1. in het begin of slot van een tekst.
2. in de titel van een tekst.

Informeren

Instrueren

Overtuigen / betogen

Overhalen

Internetforum, ingezonden brief

Tekstdoel?

1. instrueren
2. overhalen
3. overtuigen
4. informeren

Tekstdoel?

1. informeren
2. instrueren
3. instructueren
4. amuseren

Betrouwbare tekst? 

Kijk naar de video. Noem 4 dingen waar je op moet letten, als je wil weten of de informatie in een tekst betrouwbaar is.

Noem 4 dingen waar je op moet letten, als je wil weten of de informatie in een tekst betrouwbaar is.

Is een tekst betrouwbaar?

Let op:

- de informatiebron

- de schrijver

- het doel

- de datum 

FEIT

Betrouwbaar! 

- Een feit kan je controleren

Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Betrouwbaar?

is deze tekst betrouwbaar? 

is deze tekst feitelijk? 

Denk: wat wil de schrijver? 

klopt de tekst? 

Betrouwbaarheid van een tekst

• Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
• Een betrouwbare tekst heeft controleerbare feiten. 

Waar let je op?

• Informatiebron - Waar komt de tekst vandaan? Belang bij de informatie?  
  
• Schrijver - Heeft hij er wel verstand van? 
  
• Doel - Willen ze je overtuigen?  Moet je iets kopen?  
• Datum - Is er alweer van alles veranderd? 

Pas op bij: 

onvolledige informatie

slordige info 

misleidend > liegen >> winst voor bron 

voordelen wel, nadelen niet

Aan het werk

LEZ1

1.3 Betrouwbaarheid van een tekst

Maak opdr. 1, 2 en 3

Examenopdracht