Spelling 20 februari Blok 6, week 3, les 1

Spelling
Blok 6, week 3, les 1

Aan het einde van de les ken ik de regel
Bij een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijf ik altijd stam+ t, behalve bij 'ik' en als 'jij' erachter staat.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spelling
Blok 6, week 3, les 1

Aan het einde van de les ken ik de regel
Bij een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijf ik altijd stam+ t, behalve bij 'ik' en als 'jij' erachter staat.

Slide 1 - Diapositive

verkleinwoord dat eindigt op -aatje

Slide 2 - Carte mentale

verkleinwoord dat eindigt op
-uutje

Slide 3 - Carte mentale

verkleindwoord dat eindigt op -ootje

Slide 4 - Carte mentale

Schrijf het woord op en zorg dat je de klankgroepen en andere categoriën kan benoemen.

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf het woord op en zorg dat je de klankgroepen en andere categoriën kan benoemen.

Slide 6 - Question ouverte

Verleden tijd
Ik ga.
(vergeet de punt niet!)

Slide 7 - Question ouverte

voltooide tijd
'Ik ga.'

Slide 8 - Question ouverte

verleden tijd
Ivo smijt.

Slide 9 - Question ouverte

voltooide tijd
Ivo smijt

Slide 10 - Question ouverte

Leg de regel stam + t uit
Ik word ziek
Word jij ook ziek?
Hij beantwoordt mijn vraag niet

Slide 11 - Diapositive

Welke antwoord klopt?
A
Ik schudt de kaarten Schud jij de kaarten?
B
Hij schudt de kaarten Schudt jij de kaarten?
C
Ik schud de kaarten Hij schud de kaarten
D
Ik schud de kaarten Schud jij de kaarten?

Slide 12 - Quiz

Welke antwoord klopt?
A
Mijn broer bevrijd me Ik bevrijd mijn zusje
B
Mijn broer bevrijdt me Bevrijd jij de hond?
C
Mijn broer bevrijdt me Ik bevrijdt mijn zusje
D
Ik bevrijdt mijn zusje Bevrijdt jij de hond?

Slide 13 - Quiz

1

Slide 14 - Question ouverte

2

Slide 15 - Question ouverte

3

Slide 16 - Question ouverte

4

Slide 17 - Question ouverte

5

Slide 18 - Question ouverte

6

Slide 19 - Question ouverte

Let ook op de leestekens!

Slide 20 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm uit de zin?
Ivar, houd jij van extreem veel schuim in je bad?

Slide 21 - Question ouverte

Noem het onderwerp
Ivar, houd jij van extreem veel schuim in je bad?

Slide 22 - Question ouverte

Hoe goed ken jij de regel van tegenwoordige tijd, stam + t?
( er zijn geen antwoorden fout)
A
Heel goed, ik maak geen fouten hierbij
B
Goed, maar soms vergeet ik het regeltje te gebruiken
C
Matig, maar het gaat al steeds beter
D
Ik vind het nog lastig

Slide 23 - Quiz

Vond je het fijn om de spellingsles af en toe op deze manier te doen?
( er zijn geen antwoorden fout)
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Heb je nog tips?

Slide 25 - Carte mentale