Vergrotingsfactor

Vergrotingsfactor
2 mavo
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Vergrotingsfactor
2 mavo

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les:
-weten we hoe we een vergrotingsfactor kunnen uitrekenen
-kunnen we afmetingen van het beeld (of het origineel) m.b.v. de vergrotingsfactor berekeken
-hebben we zelf geoefend
-hebben we inhoud uitrekenen en de vergrotingsfactor nog eens herhaald

Slide 2 - Diapositive

Theorie
  • De linker afbeelding van de Mona Lisa is het origineel,
     de rechter is de vergroting
  • Als de afmetingen van de linker afbeelding 2 bij 3 cm zijn en die van de vergroting 4 bij 6 dan zeggen we de vergroting is twee keer zo groot
  • We zeggen: de vergrotingsfactor is 2

Slide 3 - Diapositive

Theorie
  • We kunnen de vergrotingsfactor uitrekenen met de formule:
  • Vergrotingsfactor = lengte beeld
                                                      lengte origineel
  • Let op! We spreken alleen van een vergroting als alle maten dezelfde vergrotingsfactor hebben
  • De figuren zijn dan gelijkvormig

Slide 4 - Diapositive

Oefening
Laat zien dat       ABC gelijkvorming is aan      ADE
Bereken de vergrotingsfactor. Neem        ADE als origineel
Δ
Δ
Δ
3,6
1,4

Slide 5 - Diapositive

Oefening
Laat zien dat       ABC gelijkvorming is aan      ADE
Bereken de vergrotingsfactor. Neem        ADE als origineel
  • <A = <A
    <B = <D
    <C = <E
  • Vergrotingsfactor = (3,6 + 1,4) : 3,6 = 1,3888...
  • 1,4
    Vergrotingsfactor is (meestal) op 1 decimaal
Δ
Δ
Δ
3,6
1,4

Slide 6 - Diapositive

Oefening
Bereken de vergrotingsfactor van het huisje links en het huisje rechts

Slide 7 - Diapositive

Oefening
Bereken de vergrotingsfactor van het huisje links en het huisje rechts
  • Vergrotingsfactor= 4 : 2 = 2
  • Vergrotingsfactor = 1 : 2 = 0,5
  • Wat valt je op?

Slide 8 - Diapositive

Oefening
Bereken de vergrotingsfactor van de T-rex

Slide 9 - Diapositive

Oefening
Bereken de vergrotingsfactor van de T-rex
  • Vergrotingsfactor = 2,8 : 1,9 = 1,5

Slide 10 - Diapositive

Oefening
Stel dat de T-rex bij het originele plaatje 3 cm hoog is. Hoe hoog is dan de T-rex op de grote afbeelding?

Slide 11 - Diapositive

Oefening
Stel dat de T-rex bij het originele plaatje 3 cm hoog is. Hoe hoog is dan de T-rex op de grote afbeelding?
  • Grote T-rex= 3 x 1,5 = 4,5 cm

Slide 12 - Diapositive

Oefening
Van welke vissen kunnen we de vergrotingsfactor uitrekenen?

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
  • Maak de twee opdrachten die je los van mij krijgt
  • Daarna begin je met som 22 (t/m 36)

Slide 14 - Diapositive

Even wat herhalen en oefenen

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel m is 8 cm?
A
800
B
80
C
0.8
D
0.08

Slide 16 - Quiz

Hoeveel km is 54 dm?
A
0.54
B
0.054
C
0.0054
D
0.00054

Slide 17 - Quiz

Hoeveel mm is 301 hm?
A
30100000
B
3010000
C
301000
D
30100

Slide 18 - Quiz

Hoeveel cm is 0,33 dam?
A
0.033
B
0.0033
C
33
D
330

Slide 19 - Quiz

6m2 + 40dm2=.............dm2

Slide 20 - Question ouverte

75cl=....liter
A
750
B
0,75
C
7,5
D
0,075

Slide 21 - Quiz

1/3 x oppervlakte grondvlak x hoogte
1/2 x lengte x bijbehorende hoogte
Oppervlakte grondvlak x hoogte
Wat hoort bij elkaar?

Slide 22 - Question de remorquage

Om de inhoud te berekenen gebruiken we;

A
Hoogte x lengte
B
Hoogte x breedte
C
Lengte x Breedte
D
Lengte x breedte x hoogte

Slide 23 - Quiz

Welke twee gegevens heb je nodig om de inhoud van een cilinder te berekenen?
A
omtrek en lengte
B
pi en straal
C
oppervlakte grondvlak en hoogte
D
oppervlakte grondvlak en omtrek

Slide 24 - Quiz

Welke formule hoort er bij de vergrotingsfactor?
A
Lengte origineel : lengte beeld
B
Lengte beeld : lengte origineel

Slide 25 - Quiz

De lengte van het origineel is 10m en van de vergroting is 30m
Wat is de vergrotingsfactor?
A
0.3
B
0.33
C
3
D
33

Slide 26 - Quiz

De school mag op het schoolplein een standbeeld maken van de koning. De koning is in het echt 1,75m groot. Het standbeeld heeft een vergrotingsfactor van 1,4. Hoe groot wordt het standbeeld?
A
2,2m
B
2,23m
C
2,4m
D
2,45

Slide 27 - Quiz

Huiswerk voor de volgende les:
som 22 t/m 36

Slide 28 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 29 - Question ouverte

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 30 - Question ouverte