Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Thema Transport Oefentoets
Hart- en vaatziekten
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Biologie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hart- en vaatziekten
Slide 1 - Diapositive
Hoge en lage bloeddruk
laag: duizeligheid en vermoeidhied
hoog: bloedvaten en organen kunnen beschadigen
Slide 2 - Diapositive
Gevolgen hoge bloeddruk
Schade aan hart en bloedvaten
Slagader verkalking:
Klik hier voor uitleg
Gevolg: Herseninfarct, hartinfact en longembolie
3. Grotere kans op een scheur in de slagaders.
Slide 3 - Diapositive
Op welke aandoening heb je meer kans door hoge bloeddruk?
A
Diabetes
B
Hart en vaatziekten
C
Obesitas
D
Anorexia
Slide 4 - Quiz
Slagaderverkalking
Cholesterol blijft vaker kleven bij beschadiging
plaque
deze laag cholesterol zet kalk af
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Hartinfarct
Slide 7 - Diapositive
Hartinfarct
Als er slagaderverkalking optreedt bij een bepaalde slagader (kransslagader bijv.) ontstaat er een hartinfarct
Slide 8 - Diapositive
Welke bloedvaten zijn aangetast bij een hartinfarct?
A
Kransslagaders
B
Kransaders
Slide 9 - Quiz
Even oefenen...
Slide 10 - Diapositive
In welke bestanddelen van het bloed komen celkernen voor?
A
alleen in rode bloedcellen
B
alleen in witte bloedcellen
C
in rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
in rode en witte bloedcellen
Slide 11 - Quiz
Ader
Slagader
Haarvat
Dikke, stevige, elastische wand.
Bevat kleppen
Bevat (bijna) geen kleppen.
Dunne minder elastische wand.
Bloedstroom: orgaan naar hart.
Bloedstroom: hart naar orgaan.
Bloeddruk is hoog.
Bloeddruk is laag.
Liggen minder diep in het lichaam.
Liggen dieper in het lichaam.
Wand is 1 cel laag dik.
Sterk afnemende bloeddruk.
Vormen in een orgaan een netwerk.
Slide 12 - Question de remorquage
Bloeddeeltjes ontwikkelen zich uit stamcellen. Waar in het lichaam bevinden zich deze stamcellen?
A
in de lever
B
in het bloed in de bloedvaten
C
in het hart
D
in het rode beenmerg
Slide 13 - Quiz
Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop
Slide 14 - Quiz
1 (6) In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop
Slide 15 - Quiz
Tot welke bloedsomloop hoort de longslagader?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
Slide 16 - Quiz
Hoort nummer 1 bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop
Slide 17 - Quiz
nr. 1?
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofarm kleine bloedsomloop
B
zuurstofrijk kleine bloedsomloop
C
zuurstofarm grote bloedsomloop
D
zuurstofrijk grote bloedsomloop
Slide 18 - Quiz
nr. 4
(het streepje onderaan)
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofrijk
B
kleine bloedsomloop
C
grote bloedsomloop
D
de dubbele bloedsomloop
Slide 19 - Quiz
Iemand met bloedarmoede voelt zich voortdurend zwak en moe. Een mogelijke oorzaak is een tekort aan ijzerzouten? Hoe noemen we deze ijzerzouten?
Slide 20 - Question ouverte
nierslagader
aorta
leverader
longslagader
darmslagader
longader
holle ader
poortader
Slide 21 - Question de remorquage
Dunne Darm
Lever
Leverslagader
Leverader
Dikke Darm
Poortader
Slide 22 - Question de remorquage
Wat is de functie van de kransslagaders?
Slide 23 - Question ouverte
Waarom wordt onze bloedsomloop een dubbele bloedsomloop genoemd?
Slide 24 - Question ouverte
Waarvoor dient de kleine bloedsomloop?
Slide 25 - Question ouverte
Wat is de belangrijkste functie van de kleine bloedsomloop?
Slide 26 - Question ouverte
bovenste holle ader
linkerkamer
harttussenwand
rechterboezem
hartkleppen
hartkleppen
halfmaanvormige kleppen
rechterkamer
linkerboezem
longader(s)
longslagader
aorta
onderste holle ader
Slide 27 - Question de remorquage
Noem 3 kenmerken van de grote bloedsomloop.
Slide 28 - Question ouverte
Leg uit hoe het komt dat dat de hoeveelheid afvalstoffen in het bloed toenemen en de voedingsstoffen afnemen tijdens een bloedsomloop.
Slide 29 - Question ouverte
Via welke aders komt het zuurstofarme bloed in het hart terecht?
Slide 30 - Question ouverte
Hoe heet de grote slagader die het bloed, vanuit het hart naar alle organen brengt?
Slide 31 - Question ouverte
Waardoor is de rechter- en linkerhelft van het hart gescheiden?
Slide 32 - Question ouverte
Welke risicofactoren voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten ken je?
Slide 33 - Question ouverte
De letter Q geeft het bloedvat aan dat bloed vanuit de ademhalingsorganen naar het hart vervoert. Hoe heet dit bloedvat?
Slide 34 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
Avril 2019
- Leçon avec
50 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Bloedsomloop
Janvier 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - oefenen
Avril 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5H 11.2 Transportvaten
Septembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5V 9.2
Juin 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
5H 11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid klassikaal
Septembre 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5H 11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid
Mai 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln
Avril 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2