3B Lesson 4

3Basis- Lesson 4
* Verbs
* Past Simple    
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3Basis- Lesson 4
* Verbs
* Past Simple    

Slide 1 - Diapositive

Irregular verbs
Kies het juiste onregelmatige werkwoord voor de zinnen. 

Slide 2 - Diapositive

What ... you do?!
A
bet
B
did
C
drink
D
dug

Slide 3 - Quiz

He was ... by a rattle snake.
A
bet
B
bitten
C
broken
D
chosen

Slide 4 - Quiz

My grandpa ... an expensive painting.
A
bought
B
built
C
ate
D
dug

Slide 5 - Quiz

The frog ... a prince.
A
bet
B
caught
C
became
D
done

Slide 6 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
He brought home a puppy.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
He caught the butterfly in a net.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
The tea pot felt really hot.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
Rembrandt drew a life like version of the man.

Slide 10 - Question ouverte

Past Simple
Bij de meeste werkwoorden zet je +ed achter het werkwoord als je het in de verleden tijd zet. Dus walk --> walked
Let op! Bij onregelmatige werkwoorden kan dat niet. Kijk op blz. 145 van je tekstboek om te zien welke dat zijn.
Buy wordt dan niet buyed, maar bought. 
Voor deze woorden is geen regel, deze moet je uit je hoofd leren. 

Slide 11 - Diapositive

Past Simple
Zet bij de volgende opdrachten het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd. 
Je hoeft dus niet de hele zin in te typen.

Slide 12 - Diapositive

I ... (change) trains in Amsterdam.

Slide 13 - Question ouverte

I ... (receive) a message.

Slide 14 - Question ouverte

Mary ... (use) the computer last night.

Slide 15 - Question ouverte

Have you ... (watch) TV yesterday?

Slide 16 - Question ouverte

The car ... (stop) at the red light.

Slide 17 - Question ouverte

The clothes ... (dry) in the sun.

Slide 18 - Question ouverte

Trump ... (talk) with some fans.

Slide 19 - Question ouverte

My father ... (switch) cars at the garage.

Slide 20 - Question ouverte

I ... (hope) for a kitten for my birthday.

Slide 21 - Question ouverte

She ... (comment) on a youtube video.

Slide 22 - Question ouverte

Vragen en ontkenningen
Bij de volgende opdrachten maak je de zinnen vragend of ontkennend.
Let op hoofdletters, punten en vraagtekens.

Slide 23 - Diapositive

Maak de zin vragend.

She was at school.

Slide 24 - Question ouverte

Maak de zin vragend.

They were eating pizza.

Slide 25 - Question ouverte

Maak de zin vragend.

Tom and Lynn were working hard.

Slide 26 - Question ouverte

Maak de zin vragend.

Jim was staying home.

Slide 27 - Question ouverte

Maak de zin vragend.

My mobile phone was broken.

Slide 28 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend.
Gebruik "did not".
We said goodbye.

Slide 29 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend.
Gebruik "did not".
Susan worked then.

Slide 30 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend.
Gebruik "did not".
Tom and Jerry liked each other.

Slide 31 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend (niet afkorten).
She was a pretty girl.

Slide 32 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend (niet afkorten).
They were nice people.

Slide 33 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend (niet afkorten).
Cameron was extremely slow.

Slide 34 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend (niet afkorten).
The dogs were barking at the cat.

Slide 35 - Question ouverte

Maak de zin vragend. Gebruik "did".
She liked coffee.

Slide 36 - Question ouverte

Maak de zin vragend. Gebruik "did".
They walked home.

Slide 37 - Question ouverte

Maak de zin vragend. Gebruik "did".
We said goodbye.

Slide 38 - Question ouverte

Maak de zin vragend. Gebruik "did".
Susan worked then.

Slide 39 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend.
Gebruik "did not".
She liked coffee.

Slide 40 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend.
Gebruik "did not".
They walked home.

Slide 41 - Question ouverte