Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
De Middeleeuwen
Slide 1 - Diapositive
Opbouw les
Deze les maak je kennis met de Middeleeuwen en Middeleeuwse literatuur als onderdeel van jullie literatuurproject.
Doel: Aan het einde van deze les kan je een schematische weergave (mindmap) maken van belangrijke kenmerken van de middeleeuwse maatschappij en middeleeuwse literatuur.
Slide 2 - Diapositive
Doel van de lessenreeks
Aan het einde van het literatuurproject ga je de kennis die je opgedaan hebt over middeleeuwse literatuur toepassen. Hierbij maak je gebruik van informatie het lesmateriaal en het verhaal 'Mariken van Nieumeghen'.
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je al over deze periode in de geschiedenis?
De Middeleeuwen
Slide 4 - Carte mentale
Driedeling Middeleeuwen
Vroege middeleeuwen (500-1000)
Bekering tot het Christendom
Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven
Zeer grote invloed van het geloof (theocentrisch)
Hoge middeleeuwen (1000-1300)
Eerste steden ontstaan
Literatuurgeschiedenis ‘begint’ ca. 1100
Eerste universiteiten komen op
Late middeleeuwen (1300-1500)
Burgerij krijgt meer macht- cultuur krijgt een burgerlijk karakter
Het grootste gedeelte van de maatschappij behoort niet tot een van de drie standen
Slide 5 - Diapositive
De middeleeuwse maatschappij
Kenmerken:
1. Standenmaatschappij
2. Theocentrisch
3. Ridderlijk karakter
4. Burgerlijk
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Theocentrisch
Het geloof in God speelt een belangrijke rol in de maatschappij.
Alleen geestelijken konden lezen en schrijven.
Mensen moesten hard werken, goed leven en veel bidden om in de hemel te kunnen komen.
Slide 8 - Diapositive
Ridderlijk karakter
Focus op de adel.
Boeken als statussymbool.
Slide 9 - Diapositive
Burgerlijk karakter
Hoge Middeleeuwen
Rijke handelaren en gildemeesters
Gotische stadhuizen, gildehuizen, portretten van gezinnen etc.
Slide 10 - Diapositive
Middeleeuwse literatuur
Tot het eind van de 11e eeuw:
Schrijven in Latijn.
Mondelinge overlevering volksverhalen.
Slide 11 - Diapositive
Middeleeuwse verhalen rijmen vaak. Welk belangrijk voordeel zou dit hebben voor de vertellers?
Slide 12 - Question ouverte
12e en 13e eeuw: literatuur was theocentrisch en ridderlijk (heiligenlevens en ridderromans werden geschreven)
Slide 13 - Diapositive
In de 13e eeuw komt ook didactische literatuur, gericht op (het opvoeden van) de adel en de burgerij.
Slide 14 - Diapositive
Boekdrukkunst
Rond 1450 vond Johannes Gutenberg de boekdrukkunst uit.
Rijm werd overbodig, verhalen werden in proza omgezet.
Slide 15 - Diapositive
Wat zouden de voordelen kunnen zijn van het produceren van boeken met de drukpers van Gutenberg?
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Vidéo
Taal
Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu
Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?
Slide 18 - Diapositive
Opdracht:
Maak een woordweb aangevuld met begrippen uit deze les en lever deze in via Teams opdrachten.
Maak er voor jezelf een screenshot/foto van zodat je dit later kan gebruiken.
Slide 19 - Diapositive
Middeleeuwen
Slide 20 - Carte mentale
Evaluatie
Welke begrippen komen het vaakst voor in het woordweb?