4H_hh_argumentatie_H1+2(1)




Herhalen theorie Argumentatie
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon




Herhalen theorie Argumentatie

Slide 1 - Diapositive

Hoe was je weekend?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- Weet je wat een drogreden is
- Weet je welke drogredenen we onderscheiden
- Kun je verschillende drogreden herkennen en benoemen

Slide 3 - Diapositive

Planning komende lessen
  • deze week: hh drogredenen/ slot betoog / oefenen oefentekst in de les
  • volgende week: rep argumenteren / betoog afmaken
  • 29/3 + 30/3: repetitie argumenteren in de les
  • 1/4: deadline inleveren betoog op ELO

Slide 4 - Diapositive

Drogredenen
Drogreden = fout in de argumentatie

  • verkeerd beroep op een argumentatieschema
  • overtreden van een discussieregel

Slide 5 - Diapositive

onjuist gebruik argumentatieschema's
  • onjuist oorzaak-gevolg
  • onjuist kenmerk/ eigenschap
  • overdrijven voor- of nadelen
  • vals dilemma
  • overhaaste generalisatie
  • verkeerde vergelijking
  • onjuiste autoriteit
overtreden van een discussieregel
  • persoonlijke aanval
  • ontduiken bewijslast
  • cirkelredenering
  • vertekenen standpunt
  • bespelen van publiek

Slide 6 - Diapositive

Nakijken opdracht 11

Slide 7 - Diapositive

  1. overhaaste generalisatie
  2. bespelen van het publiek
  3. cirkelredenering
  4. vertekenen van het standpunt
  5. persoonlijke aanval
  6. ontduiken van de bewijslast
  7. overhaaste generalisatie
  • 8 vertekenen van het standpunt
  • 9 vals dilemma
  • 10 onjuist beroep op autoriteit
  • 11 overdrijven van de voordelen
  • 12 verkeerde vergelijking
  • 13 onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • 14 onjuist beroep op een eigenschap
  • 15 bespelen van het publiek




Slide 8 - Diapositive

Oefenen

Slide 9 - Diapositive

'Sinds de jaren '80 worden er computers gebruikt in het onderwijs. En sinds de jaren '80 hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'
A
overhaaste generalisatie
B
onjuist beroep op oorzaak-gevolg
C
onjuiste vergelijking
D
vals dilemma

Slide 10 - Quiz

“Als je niet voor Geert Wilders bent, dan ben je voor GroenLinks.”
A
overdrijven voor- of nadelen
B
persoonlijke aanval
C
onjuiste vergelijking
D
vals dilemma

Slide 11 - Quiz

Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.
A
overhaaste generalisatie
B
persoonlijke aanval
C
onjuist beroep op kenmerk/eigenschap
D
onjuist beroep op oorzaak-gevolg

Slide 12 - Quiz

Als Nederland het gebruik van softdrugs legaliseert, krijgen we veel meer drugsverslaafden, zal het aanzien en de invloed van ons land in de Europese Unie enorm afnemen en zal de illegale teelt vanwege de sterkte van de illegale wiet niet verdwijnen.
A
vertekenen van standpunt
B
overdrijven van voor- en nadelen
C
onjuist beroep op kenmerk/eigenschap
D
onjuist beroep op oorzaak-gevolg

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Drogreden uit het filmpje
A
vertekenen van standpunt
B
overdrijven van voor- en nadelen
C
bespelen van publiek
D
persoonlijke aanval

Slide 15 - Quiz

Uitleg filmpje
  • persoonlijke aanval
    'Doe eens normaal man!' 

  •  vertekenen van het standpunt

'Doe effe normaal, man!' Rutte beweerde dat Wilders de Turkse president Erdogan een aap had genoemd. Dat was niet wat Wilders had gezegd. Wilders gebruikte een zeer ongelukkige vergelijking, maar er kon met geen mogelijkheid gezegd worden dat Wilders Erdogan een aap had genoemd.

Slide 16 - Diapositive


A
cirkelredenering
B
onjuist beroep op autoriteit
C
persoonlijke aanval
D
ontduiken van de bewijslast

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Drogreden uit het filmpje
A
vertekenen van standpunt
B
onjuist beroep op autoriteit
C
bespelen van het publiek
D
onjuist beroep op kenmerk/ eigenschap

Slide 19 - Quiz

To do...
Maak opdr. 12 t/m 18 uit je boekje (blz. 17-20)

Slide 20 - Diapositive

Welke theorie van argumentatie moet de volgende les worden herhaald?

Slide 21 - Question ouverte