Les 18 1HB1 Woordraadstrategieen dl. 2- onbekende woorden

MEER DAN LEZEN - WOORDENSCHAT
Leg alvast klaar:  Boek NN, schrift en pen
                    Lesdoel: ik kan woordstrategieen gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te vinden.
Les 18: Strategieen onbekende woorden
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

MEER DAN LEZEN - WOORDENSCHAT
Leg alvast klaar:  Boek NN, schrift en pen
                    Lesdoel: ik kan woordstrategieen gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te vinden.
Les 18: Strategieen onbekende woorden

Slide 1 - Diapositive

De strategieën









Kom je er echt niet uit, dan kun je het woord opzoeken of de betekenis aan iemand vragen.
Synoniem
 Een ander woord voor.
 kapot = stuk
 vliering = zolder
Omschrijving
 Uitleg van een onbekend woord.

 Lees een stukje   ervoor en erna.
Voorbeeld
 Vaak na de woorden: zoals, bijvoorbeeld
 Lees een stukje  
 erna
Bekend woorddeel
Uit welke delen bestaat het woord? Welke delen ken je al?
eetlust

Slide 2 - Diapositive

 Woordenrace Plot WS 1 ->
Plot WS 1 ->  bij opdracht 2.4  NN blz. 11
Doel: ik kan woordstrategieen gebruiken om de betekenis van  woorden te vinden.
Pl timer

Slide 3 - Diapositive

  Blz. 12  - opdracht 2 + 3  
Klaar = opdracht 5
Doel: ik kan woordstrategieen gebruiken om de betekenis van  woorden te vinden.

Slide 4 - Diapositive

      Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd dat je de betekenis van moeilijke woorden in een tekst kunt ontdekken door woordraadstrategieen te gebruiken.

Vooruitblik
In de volgende les ga je aan de slag met werkwoorden: Hoe schrijf je de persoonsvorm t.t.?


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

  Blz. 13  - opdracht 4 + 8  
 17: Woordraadstrategieen
   Opdracht 5    Tekst 2 + 3   blz. 14
timer
7:00

Slide 7 - Diapositive

   Opdracht 5    Tekst 2 + 3   blz. 14
  1. onwaarschijnlijk
  2. componisten
  3. beklemtonen
  4. functioneren 
  5. aantonen
  6. onaangename
a. bewijzen
b. haast niet mogelijk
c. met nadruk zeggen
d. schrijvers van muziekstukken
e. vieze
f. werken
timer
7:00

Slide 8 - Diapositive

  Blz. 13 + 15  - opdracht 4 + 8  
 17: Woordraadstrategieen

Slide 9 - Diapositive

      Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd dat je verbanden tussen zinnen kunt aangeven door het juiste signaalwoord te gebruiken.

Vooruitblik
In een volgende les ga je aan de slag met het werkwoord (1HB1) of met de persoonsvorm en zinsdelen.


Slide 10 - Diapositive