H3 Rekentrainer

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Verwachtingen

• Laat het lokaal opgeruimd achter;

• Respect tijdens de les: iedereen mag meedoen;

• Gebruik het materiaal waarvoor het bedoeld is;

• Ik gooi mijn afval in de prullenbak denk bijvoorbeeld aan kauwgum;

• Ik leg mijn telefoon en oordoppen in mijn broekzak;

• Ik leg mijn tas op de grond;

• Ik ruim op wanneer de docent dit zegt en ik vertrek wanneer ik de bel heb gehoord;

• Ik steek mijn vinger op wanneer ik een vraag heb;

• Ik werk rustig en vraag hulp aan mijn buurman/buurvrouw indien dit nodig is.

H3 Rekentrainer

Leerdoelen

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen bedragen omrekenen naar een andere periode.

Aan het einde van de les weten de leerlingen wat er gebeurt op het moment dat een persoon te veel spaargeld heeft en een bijstand wilt hebben. 

Bedragen omrekenen

Stap 1: Reken om naar jaarbasis, makkelijker rekenen!

Stap 2:Reken om naar de juiste periode! 

Let hier op: 

• Er gaan 52 weken in een jaar.

• Er gaan 12 maanden in een jaar.

• Er gaan 4 kwartalen in een jaar --> kwartaal= 3 maanden. 

Voorbeeld

€ 1.690 per maand = € 390 per week

Stap 1: Reken om naar jaarbasis, makkelijker rekenen!

€ 1.690 per maand x 12 (12 maanden in een jaar)=  €20.280 per jaar.

Stap 2: Reken per week uit:

€20.280 (per jaar): 52 (52 weken in een jaar)= €390 per week 

Je krijgt € 1.170 per maand. Hoeveel is dat per week

Voorbeeld

€ 510 per week = € 2.210 per maand.

Stap 1: Reken om naar jaarbasis, makkelijker rekenen!

€ 510 per week x 52 (52 weken in een jaar)= € 26.520 op jaarbasis. 

Stap 2: Reken om naar maandbasis!

€ 26.520 (per jaar) : 12 (12 maanden in een jaar) =  € 2.210 per maand.

Axel krijgt € 780 per week. Hoeveel is dat per maand?

Voorbeeld

€ 2.275 per kwartaal = € 175 per week

Stap 1: Reken om naar jaarbasis, makkelijker rekenen!

€ 2.275 per kwartaal x 4 (4 kwartalen in een jaar)= € 9100 op jaarbasis.

Stap 2: Reken om naar per week (52 weken)!

9100: 52= € 175

Reken het bedrag om naar per week, € 390 per kwartaal.

Bijstandsuitkering

Bijstandsuitkering:

Bijstand – gezinsinkomen = uitkering

Als er te veel spaargeld is: geen uitkering

 

Voorbeeld

Ellie woont met haar zoontje in een flat. Ze verdient

€ 200 per maand met een kleine baan en heeft € 4.000 spaargeld. 

Ze komt in aanmerking voor de individuele inkomenstoeslag.

• € 4.000 is minder dan € 11.790, ze heeft niet te

veel spaargeld.

• Ze is alleenstaande ouder, dus de uitkering is

€ 960,83 en de toeslag is € 480.

• € 960,83 + € 480 – € 200 = € 1.240,8

 

Budgetteren

Aan het werk

• Gebruik het materiaal waarvoor het bedoeld is;

• Ik gooi mijn afval in de prullenbak denk aan kauwgum;

• Ik leg mijn telefoon en oordoppen in mijn broekzak;

• Ik steek mijn vinger op wanneer ik een vraag heb;

• Ik werk rustig en vraag hulp aan mijn buurman/buurvrouw indien dit nodig is en geef mijn buurman en buurvrouw de kans om door te werken.

Tot 11:40 aan het werk!

Klaar? ---> H4.1

Leerdoelen behaald?

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen bedragen omrekenen naar een andere periode.

Aan het einde van de les weten de leerlingen wat er gebeurt op het moment dat een persoon te veel spaargeld heeft en een bijstand wilt hebben. 

 

Hoe hebben jullie de les ervaren?
En waarom?

Wachten tot de bel!

Laat het lokaal opgeruimd achter.

Ik ruim op wanneer de docent dit zegt. 

Ik vertrek wanneer ik de bel heb gehoord.

Huiswerk H4.3!